e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieskauwerig broodzattig: vooral op eten Kénder zin dèk bródzôtig  bródzôtig (Tongeren), delicaat: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  delekaat (Maaseik), verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m) invuller heeft tekens genoteerd die niet duidelijk zijn; omspelling twijfelachtig  delək‧āt (Opgrimbie), difficiel: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  diffeciel (Maaseik), diffesil (Sint-Truiden), diffizil (Lontzen), difficiel op het eten: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  diffeciĕl op et ete (Maastricht), fiemelachtig: fiemelachtig (Gennep), fiemelig: femelig (Heythuysen), fijngevallen: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  fijëngevallen (Ulbeek), fêën gevalle (Wellen), geen appetijt meer: ginnen appetiet mie höbbe (Maastricht), geen goesting: gien goesting (Zonhoven), geen honger: ginge honger (Gulpen), gier: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  gier (Schulen, ... ), giere (Beverst), gir (Zonhoven), gīr (Zonhoven), hebbelijk: hebbelik (Meijel), keurig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  keurig (Hechtel), keèrig (Opoeteren), kèùrig (Lanklaar), kɛ̄rəg (Neerglabbeek), keurzaam: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kōērzām (Rekem), keverig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kieverig (Spalbeek), kiəvərig (Kortessem), kibbig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kubbug (Vechmaal), kiesemig: aus ndl kiesch  køͅšəmex (Eupen), kieskeurig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  keeskeurig (Rotem), keeskêrig (As), kieskeirig (Bree), kieskeurig (Hechtel, ... ), kieskjeürig (s-Herenelderen), kieskëereg (Rosmeer), kiskørix (Beringen), kiskørəx (Hamont), kīski̯eͅrix (Martenslinde), kīskø̄rig (Herk-de-Stad), ki‧skø‧rəx (Aalst-bij-St.-Truiden), verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m) weinig gebruikt  kieskeurig (Diepenbeek), kisper: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kispər (Bilzen), kiəspər (Maaseik), kisperachtig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kispereitig (Riksingen), kisperêtig (Bilzen), kisperɛ̄tig (Bilzen), knorrig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  knoerrig (Henri-Chapelle), kommerlijk: kummelek (Meerlo), kŭŭmmələk (Meijel), krekelig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  krekelig (Peer), kriekel: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kriekel (Wijer), kriemig: krīmix (Kwaadmechelen), verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kriemig (Overpelt), krijtelijk: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kreutelik (Eisden), krietelik (Neeroeteren), krieͅtələk (Opglabbeek), kritələk (Opglabbeek), krīētelik (Meeuwen), krijtelijk op het eten: krī.ətələk oͅpət˂‧ēͅtə (Neeroeteren), kril: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kril (s-Herenelderen), kritiek: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kretiek (Weert), lange tanden: lang teng (Vlodrop), lang tenj (Sittard), lastig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  lestig (Hasselt, ... ), lastig aan de tafel: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  lestig aan de taufel (Bocholt), lestig an de toofel (Mielen-boven-Aalst), lastig op het eten: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  lestig op het ete (Gingelom), lastig voor het eten: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  lästəx vør ət ɛ̄tə (Molenbeersel), lastiggevallen: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  lestig gevallen (Sint-Truiden), matig: slecht leesbaar  maotig (Heythuysen), met lange tanden: met lang tan (Bunde), met lang tenj (Maasbracht), mit lang teng (Oirsbeek), mit lang tenj (Beek, ... ), mit lang tèng (Epen), mit lang ténj (Roermond), méət làng ténj (Kelpen), met lange tanden  mit lang tèng (Schimmert), moeilijk voor het eten: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  moelek ver het heten (Hoeselt), nauwkeurig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  na‧køreͅx (Zonhoven), nazetig: na’zetieg (Bleijerheide, ... ), nazig: na’zieg (Bleijerheide, ... ), profijtelijke, een -: verbloemend  prefĭĕtelik (Gruitrode), pruttelig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  prjĕttelig (Eigenbilzen), schraal: sjraal (Gruitrode), tetserig: tɛtsərex (Gennep, ... ), vies: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  vēēis (Elen), vies (Genk, ... ), vieselijk: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  vīsələk (Rekem), viesgevallen: Hae is lastig aan de taofel, hae is erg viesgevalle  vīē:sgeva:lle (Roermond), verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  vēēis gevallen (Elen), vies gevallen (Kuttekoven, ... ), viesgevalle (Koninksem), visxəvalə (Borgloon) kieskeurig [ZND 27 (1938)] || kieskeurig bij het eten || kieskeurig wat eten betreft || kieskeurig wat eten en drinken betreft || lastig met eten; Hoe noemt U: Lastig met eten, gezegd van iemand die altijd weinig eet [N 80 (1980)] || zonder eetlust eten; Hoe noemt U: Traag en zonder eetlust eten (pieliën) [N 80 (1980)], [N 80 (1980)] III-2-3