27669 |
kleerhaak |
badhaak:
bathoak (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits]),
haak:
hoak (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
, ... [Emma, Maurits]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
huǫk (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Zwartberg]),
hōǝk (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
hǭk (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
, ... [Maurits]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
hǭǝk (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Zolder]),
h˙ǫak (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale]),
kettinghaak:
kęteŋhoak (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Maurits]),
klederhaak:
klējǝrhoak (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
klęjǝrhoak (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L426p Buchten
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Emma]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
klęjǝrhoǝk (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
klęjǝrhǭk (Q119p Eygelshoven
[(Laura / Julia)]
, ... [Willem-Sophia]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Emma]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Laura, Julia]
Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
(mv)
klęjǝrhø̄ǝk (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
klęjǝrhø̜̄k (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Laura, Julia]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Julia]),
krok:
krǫk (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Zwartberg, Waterschei]),
(mv)
krǫkǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits]),
pungelhaak:
pøŋǝlhoak (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma]),
pøŋǝlhǫǝk (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Eisden]),
(mv)
pønjǝlhę̄k (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
De haak waaraan de mijnwerker zijn kleren en mijnkleding kan ophangen. Door middel van een ketting en een katrolsysteem hangt alle kleding hoog in de lucht. Bij het begin van de dienst laat de arbeider zijn haak neer, haalt er zijn mijnkleding vanaf en hangt er zijn dagelijkse kleding aan op. Daarna trekt hij de haak weer op en sluit de ketting af met een hangslot. In de mijnen van Eisden, Zwartberg, Waterschei, Winterslag en Zolder kent men dit systeem van opbergen niet: daar stopt men zijn spullen in kasten. [N 95, 56; N 95, 57; monogr.]
II-5
|