18200 |
klepbroek |
barboteuse (<fr.):
Fr. barboteuse: speelpak, kinderpak. Fr. barboter, ook plassen.
barbetens (K353c Hulst/Konijnsberg),
boks met een klep:
bôksmet ein klep (L299p Reuver),
boks met een lok:
boks meͅt n lūk (L372p Maaseik),
boks met een paan:
bóks met en pan (L322p Haelen),
bóks mĕĕt ⁄n pan (L290p Panningen),
bóks mit en pan (L322a Nunhem),
boks met klep:
boks met klep (L374p Thorn),
boks mət klɛp (L360p Bree),
bōks maet kleͅp (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
buks met kleͅp (L416p Opglabbeek),
mit klep (Q021p Geleen),
boks met valdeur:
boks met valdeur (L353p Eksel),
buks meͅt valdø͂ͅr (L372p Maaseik),
boks met voor een slag:
boks met vø̄r ənə [sjlāx (Q253p Montzen),
broek:
brōk (Q091p Veldwezelt),
broek bet blaffetuurtje:
bə bla.fəty(3)̄rkə (P048p Halen),
broek bet een klep:
brok beͅ ən klɛp (K361p Zolder),
broek bet een valdeur:
bruk beͅ ən valdø͂ͅr (P176p Sint-Truiden),
broek met een klep:
brook mit enne klép (Q111p Klimmen),
bruk med_ənə klap (Q176a Ketsingen),
broek met een klep vanvoor:
brook met ’ne klep van vör (Q007p Eisden),
broek met een valdeur:
broek met een valdeur (Q168p s-Herenelderen),
brook met ein valdeur (L422p Lanklaar),
brook mèt een valdeur (Q013p Uikhoven),
brùk mi ön valdeur (K318p Beverlo),
o is ook nog eens doorstreept
brŭk me ən valdōͅər (K353p Tessenderlo),
broek met valdeur:
brŭk met valdeur (K353p Tessenderlo),
valdeur uitgesproken als in het A.B.N
broek met valdeur (K360p Heusden),
broek wat vanvoor overeen gaat:
hebben mijnwerkers nu(?) nog
brŏĕk wao vàn vier ievaree geet (Q083p Bilzen),
broekje met een valdeur:
brukske met een valdeur (Q168p s-Herenelderen),
fluitjesbroek:
fleutjesbrok (Q071p Diepenbeek),
fluitjesbroek (Q092p Kleine-Spouwen, ...
P176p Sint-Truiden),
fluitjesbrook (Q010p Opgrimbie),
flə:tjesbroek (K353p Tessenderlo),
ui is eerder dof, niet zoals in uit
fluitjesbreuk (K358p Beringen),
kakboks:
kakboks (L360p Bree),
kakbroek:
kakbroek (Q086p Eigenbilzen, ...
Q088p Lanaken,
P176p Sint-Truiden),
kakbruk (L312p Neerpelt),
klep:
Boks mèt ei liêf draan.
klap (L318b Tungelroy),
klepboks:
klebIôks (L434p Limbricht),
klep-boks (L192p Bergen),
klepboks (L269p Blerick, ...
Q121a Chèvremont,
L381p Echt/Gebroek,
L430p Einighausen,
Q039p Hoensbroek,
L159a Middelaar,
L163p Ottersum,
L420p Rotem,
L266p Sevenum,
Q020p Sittard,
L378p Stevensweert,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L289p Weert,
L289p Weert),
klepbooks (L321p Neeritter),
klepbox (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
klepbōksch (Q113p Heerlen),
klepbŏks (L265p Meijel),
klepbòks (L247p Broekhuizen, ...
L381p Echt/Gebroek,
L329p Roermond,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy),
klepbóks (L295p Baarlo, ...
L297p Belfeld,
L269p Blerick,
Q211p Bocholtz,
L381p Echt/Gebroek,
L330p Herten (bij Roermond),
L292p Heythuysen,
L325p Horn,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen),
klepbóksj (Q020p Sittard),
klepbôks (L269p Blerick, ...
L246p Horst,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
klepböks (L326p Grathem, ...
L269a Hout-Blerick),
kleͅpboks (L360p Bree, ...
L316p Kaulille),
klèpbóks (L265p Meijel),
klèpbôks (L426z Holtum, ...
L216p Oirlo),
klépbóks (L299p Reuver),
klɛpboks (L265p Meijel),
[def. sic]
klèpbóks (L164p Gennep),
klepbroek:
klabruk (Q077p Hoeselt),
klaepbrook (Q106p Bemelen),
klapbroek (Q168a Rijkhoven, ...
Q078p Wellen),
klapbrók (Q071p Diepenbeek),
klebrok (Q071p Diepenbeek),
klepbroek (Q088p Lanaken, ...
K317p Leopoldsburg),
klepbrok (K358p Beringen, ...
Q003p Genk,
Q098p Schimmert),
klepbrook (Q019p Beek, ...
Q095a Caberg,
Q198p Eijsden,
Q113p Heerlen,
Q039p Hoensbroek,
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
Q198a Mesch,
Q022p Munstergeleen,
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q198b Oost-Maarland,
Q032a Puth,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg),
klepbrōk (L422p Lanklaar),
klepbruk (Q002p Hasselt),
klēͅbrŏk (K361a Boekt/Heikant),
kleͅbro.k (Q012p Rekem),
kleͅbrok (Q007p Eisden, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q076p Romershoven,
L423p Stokkem),
kleͅbruk (P218p Borlo, ...
Q002p Hasselt,
Q158p Riksingen,
Q162p Tongeren,
Q178p Val-Meer,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
kleͅbryk (Q093p Rosmeer),
kleͅpbrōk (L422p Lanklaar),
kleͅpbrōͅk (P055p Kermt),
klipbrok (P120p Alken, ...
P120p Alken),
klèpbrook (Q096a Borgharen, ...
Q095p Maastricht),
klɛpbruk (P222p Opheers),
onbekend, maar de broek met sluitklep aan de achterkant heette vroeger klépbrook. Deze werd vroeger(70 à 80 jaar geleden) gedragen door jongens
zie toelichting (Q099p Meerssen),
klepjesbroek:
klepkesbruk (Q086p Eigenbilzen),
kleppenboks:
kleppebooks (L317p Bocholt),
kleppenbroek:
kleͅpəbrōk (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
knopenboks:
knofebóks (Q121p Kerkrade),
kontlapbroek:
kontlapbrok (Q071p Diepenbeek),
lok:
loek (L288c Eind),
loek (= lūk) (L371p Ophoven),
lokboks:
loekbóks (L290a Egchel, ...
L320a Ell),
mansboks:
mansbóks (L417p As),
mansbroek:
mḁnzbruk (Q156p Borgloon),
matrozenbroek:
mətrōsəbrōk (Q088p Lanaken),
onderlosser:
óonderlosser (L164p Gennep),
paanboks:
panbooks (L321p Neeritter),
polderbroek:
polderbroek (P197p Heers),
poldĕrbrok (Q075p Vliermaalroot),
poͅlleͅrbroek (Q077p Hoeselt),
poͅllərbruk (Q083p Bilzen, ...
Q174p Herderen),
snelzeiker:
vulgair
schnelzeiker (Q036p Nuth/Aalbeek),
snelseiker (Q104p Wijk),
valboks:
valboks (L312p Neerpelt),
valboux (L370p Kessenich),
valbrevier:
valbrə.vɛ‧r (L312p Neerpelt),
valbroek:
valbroek (P176p Sint-Truiden, ...
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden),
valbroĕk (K357p Paal),
valbrok (L354p Wijchmaal),
valbruk (P180p Kerkom, ...
P176p Sint-Truiden),
bolletje op de a
valbrŏk (Q001p Zonhoven),
valdeur:
val-dee(e)r (L355p Peer),
valdeer (L355p Peer),
valdeur (L352p Hechtel, ...
K360p Heusden,
K357p Paal),
valdēr (L356p Grote-Brogel),
valdier (L360p Bree),
vald⁄ø͂ͅr (Q168a Rijkhoven),
[duir: deur, p.87]
vàlduir (P176p Sint-Truiden),
op de a een bolletje
val⁄dêr (L355p Peer),
Vero.
va.ldeur (Q001p Zonhoven),
valdeurbroek:
valdeurbroek (K357p Paal),
zitbroekje:
zītbrŏkske (Q248p Remersdaal),
zomerse boks:
zeumerse bóks (L287p Boeket/Heisterstraat)
|
broek met een sluitklep aan de voorkant || broek met een sluitklep aan de voorkant [klepboks] [N 23 (1964)] || broek met klep || een broek met een sluitklep aan de voorkant [N 59 (1973)] || klepbroek || klepbroek (broek met van voren of van achter een klep) || klepbroek, brok met sluitklep aan de voorkant (westzijde van de Maas idem aan de achterkant (oostzijde van de Maas) || klepbroek, waarvan men het kruis kan openknopen voor het doen van zijn behoefte || Klepbroek. Kent uw dialect een bijzondere naam voor de broek met afvallende klep, zoals nog door kleine jongens wordt gedragen ? [ZND 47 (1950)] || klepbroek: kinderbroek, die langs achteren sluit met een klep || klepbroek: ouderwetse mansbroek met klepsluiting || valbroek || valdeur: klepbroek: korte jongensbroek die van achteren met een klep sloot (systeem om gemakkelijker zijn gevoeg te kunnen doen)
III-1-3
|