26570 |
kleurstof |
blauwsel:
blā.sǝl (Q241p Rutten),
blő̜wsǝl (P176p Sint-Truiden),
blǭsǝl (P187p Berlingen),
doodskop:
du.tskǫp (Q088p Lanaken),
houtskool:
hǭ.tskō.l (Q188p Kanne),
krijt:
krę̄.t (Q162p Tongeren),
menie:
mē.ni (Q088p Lanaken, ...
Q095p Maastricht),
rode verf:
ru.j vɛrǝf (Q180p Mal, ...
Q181p Sluizen),
rǫj vɛrǝf (Q164p Heks),
rood:
rő̜wǝt (P120p Alken),
roodsel:
ruǝtsǝl (P177a Ordingen),
rő̜wtsǝl (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
stijfsel:
stęsǝl (P187p Berlingen),
verf:
vɛrǝf (Q160p Bommershoven, ...
P184p Groot-Gelmen),
waterverf:
wǫtǝrvɛrǝf (Q077p Hoeselt),
wɛtǝrvɛrǝf (P195p Gutschoven, ...
Q240p Lauw),
zwarte verf:
zwatǝ vɛrǝf (P195p Gutschoven),
zwartsel:
zwatsǝl (Q160a Haren, ...
Q078p Wellen)
|
Kleurstof die wordt gebruikt bij het rijen. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛscherprijɛ. In dit lemma zijn de verschillende kleurstoffen bijeengeplaatst die door de molenaar worden gebruikt. Waterverf wordt toegepast, omdat dit weer gemakkelijk van de steen verwijderd kan worden. Op deze wijze vermijdt men problemen bij de volgende onderhoudsbeurt: alle verf moet dan verdwenen zijn. De term doodskop wordt in Q 88 gebruikt voor ø̄menieø̄.' [Coe 168 add.; Grof 202]
II-3
|