29819 |
klinker |
(een) helle:
hɛlǝ (Q211p Bocholtz, ...
Q020p Sittard),
blauwplint:
blǫwplent (L163a Milsbeek
[(idem)]
),
klinker:
kleŋkǝr (Q111p Klimmen, ...
Q095p Maastricht),
plint:
plent (L322a Nunhem
[(blauwe klinker uit de ringoven - geschikt in muren - één meter vanaf de fundering)]
)
|
Baksteensoort met zeer grote hardheid. De klinker wordt beschouwd als beste kwaliteit baksteen. Binnen de metselklinker worden de volgende kwaliteiten onderscheiden: ɛkelderklinkerɛ, voor werk beneden grondwaterpeil, ɛtrasraamklinkerɛ, voor waterdicht werk boven grondwaterpeil en ɛgevelklinkerɛ, voor zwaar belast metselwerk.' [N 98, 170; monogr.]
II-8
|