22047 |
knipvlies |
derde rand:
(m. (= derde rand).
dr‧eͅi̯də ra.ŋk (Q202p Eys),
lies:
lees (L417p As),
liesje:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
et lieske (K361p Zolder),
losse ogen (mv.):
losse oëge (L266p Sevenum),
natte ogen (mv.):
nate ògen (Q187p Sint-Pieter),
Opm. v.d. invuller: dit is een algemene kreet.
naate oôge (Q027p Doenrade),
ontstoken oog:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
óntstoo.kə auch (L326p Grathem, ...
L320b Kelpen),
ooglies:
àwglees (L417p As),
oogziekte:
oegzikde (L414p Houthalen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
’n oogzikde (Q083p Bilzen),
ornitose:
ornitoozə (L300p Beesel),
ornitose (L266p Sevenum),
pupil:
puupil (Q021p Geleen),
velletje:
velke (Q202p Eys),
vlies:
vleeze euvere ouge (L330p Herten (bij Roermond)),
vliesje:
vliesje (Q157p Jesseren),
vlieëske (Q201p Wijlre),
’t vlieske (P183p Mielen-boven-Aalst),
Opm. invuller heeft hiervoor geen benaming gegeven, maar wel deze uitspraak
bij dergelijke duiven "kênste ut vliesje zieên (Q027p Doenrade),
Opm. v.d. invuller: is niet te genezen.
vliesje (P219p Jeuk),
ziek oog:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
ziek oog (L214p Wanssum)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: knipvlies (derde ooglid dat zichtbaar wordt)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|