28855 |
knopengaren |
dik garen:
dek gārǝ (Q007p Eisden),
dik gārǝ (Q112p Voerendaal),
fil de fer:
fel dǝ fē̜r (Q083p Bilzen),
handgaren:
hanjtjgārǝ (Q021p Geleen),
hantgārǝ (L417p As, ...
Q009p Maasmechelen),
ijzergaren:
ijzergaren (Q003p Genk),
izǝrgārǝ (L428p Born, ...
L381p Echt,
Q021p Geleen,
Q016p Lutterade,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
L433p Nieuwstadt,
Q111q Ransdaal,
Q032p Schinnen,
L271p Venlo),
ęjzǝrgǭn (Q083p Bilzen),
īzǝrgārǝ (L330p Herten, ...
L298a Kesseleik,
L270p Tegelen,
Q112p Voerendaal),
īzǝrgārǝn (Q015p Stein),
kaartjesgaren:
kaartjesgaren (L416p Opglabbeek),
kã.rtǝkǝsgã.rǝ (K361p Zolder),
kø̜̄rtjǝsgǭrǝ (Q088p Lanaken),
kē̜tšǝsgãrǝ (P052p Schulen),
knoopsgaren:
knopsgān (Q253p Montzen),
knuǝpsgǭn (Q083p Bilzen),
knøpsgān (Q200p s-Gravenvoeren),
knø̜psgǭǝn (Q198p Eijsden),
knōpsgārǝ (Q027p Doenrade),
knōpsgǭn (Q083p Bilzen),
knǫwpsgārǝ (Q099q Rothem),
knoopsgatengaren:
knø̄psgātǝgārǝ (Q165p Hopmaal, ...
Q032p Schinnen),
knǭpsgātǝngārǝn (Q015p Stein),
knoopslokergaren:
knopslǭkǝrgārǝ (Q197p Noorbeek),
knǫwpslǭkǝrgārǝ (Q016p Lutterade),
knopengaren:
knyǝpǝgarǝ (L265p Meijel),
knø̜jpgārǝ (Q099p Meerssen),
knǫwpǝgārǝ (Q112p Voerendaal),
linnengaren:
lenǝgārǝ (L246p Horst),
lenǝngārǝn (Q015p Stein),
persgaren:
pɛrsgǭrǝn (L282p Achel),
sterkersgaren:
stęrkǝrsgārǝ (L368p Neeroeteren),
tamboertje:
tamburkǝ (Q003p Genk),
vlasgaren:
vlasgǭn (Q083p Bilzen),
zwirn:
zwern (Q121c Bleijerheide)
|
Sterk linnen garen dat men gebruikt voor het maken van knoopsgaten en het aanhechten van knopen. De informant van Q 95 vermeldt dat men vroeger een dubbele draad door het oog van de naald deed, deze draad door de bijenwas trok en vervolgens over de handpalm draaide. Men noemde dat een pas. De antwoorden op deze vraag zijn in twee groepen verdeeld. De eerste groep bestaat uit woordtypen die het gebruik van het garen aangeven. De tweede groep woordtypen geeft informatie over de aard, de dikte of het merk van het materiaal. [N 59, 6d; N 62, 57]
II-7
|