31309 |
koudbeitel |
kapbeitel:
kap˱bētǝl (Q071p Diepenbeek, ...
Q117p Nieuwenhagen,
Q118p Schaesberg),
kap˱bęjtǝl (L423p Stokkem),
kā.p˱bē.tǝl (Q002p Hasselt),
kāp˱bētǝl (P219p Jeuk),
koelbeitel:
kø̜lbęjtǝl (Q108p Wijnandsrade),
koudbeitel:
k ̇abɛ̄ǝtǝl (Q005p Zutendaal),
kalt˱bęjtǝl (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L216a Oostrum,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
kawt˱bēǝtǝl (L424p Meeswijk),
kawt˱bęjtǝl (Q111p Klimmen
[(voor het uitkappen van sleufgaten)]
, ...
Q099q Rothem,
L432p Susteren,
Q101p Valkenburg),
kābiętǝl (Q162p Tongeren),
kābęjtǝl (P176b Bevingen),
kājt˱bęjtǝl (Q095p Maastricht),
kāt˱biǝtǝl (Q083p Bilzen),
kāt˱bē̜jǝl (Q193p Gronsveld),
kāt˱bęjtǝl (L330p Herten, ...
L382p Montfort,
L299p Reuver,
L331p Swalmen),
kǫat˱bētǝl (Q113p Heerlen),
kǫwt˱bęjtǝl (L159a Middelaar, ...
Q112z Ten Esschen),
kǭt˱bēsǝl (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q116p Simpelveld,
Q121b Spekholzerheide),
kǭt˱bęjtǝl (Q018p Geulle, ...
L291p Helden,
L321p Neeritter
[(om ijzer of plaat door te kappen)]
,
L371p Ophoven,
L290p Panningen
[(werd vastgehouden met de snaptang šnaptaŋ en geslagen met de voorhamer v"rhmǝr)]
,
L289p Weert),
koude beitel:
kawǝ bęjtǝl (Q099q Rothem
[(beitel met steel)]
),
kęjǝf˱ bãtǝl (K353p Tessenderlo),
koude tranche:
kā trãnš (Q083p Bilzen),
kęjǝvǝ trɛ̄ns (K353p Tessenderlo),
koudhouwer:
kǭthø̜jǝr (Q121b Spekholzerheide
[(wordt gehard in tegenstelling tot de warmhouwer)]
),
tranche:
trãš (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden)
|
In het algemeen een beitel waarmee op koud ijzer wordt gewerkt. De koudbeitel is meestal zeskantig in doorsnee, soms ook rond of ovaal. Het werktuig wordt voor diverse werkzaamheden gebruikt zoals het weghakken van bramen en lasslakken, het doorhakken van bouten en het splijten van metaal. De koudbeitel is soms van een steel voorzien. Zie ook afb. 49. [N 33, 109; N 33, 112-113; N 64, 69b; monogr.]
II-11
|