e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krakeling bretzel (du.): breͅtsəl (Eupen), brezel (du.): breetsel (Sittard), bretsəl (s-Gravenvoeren, ... ), britsel (Bleijerheide, ... ), britzel (Valkenburg), brit’sel (Bleijerheide, ... ), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  britsel (Berg-aan-de-Maas), Eigen syst.  britsel (Heerlen), Syst. Veldeke  britsel (Bocholtz), Syst. WBD  britsel (Boukoul, ... ), Wordt alleen door de bakker gemaakt  britsel (Oirsbeek), bril: bril (Grathem), brille (Thorn), gedraaide pistolet: Syst. Frings  gədrɛ̄i̯də pistəlē (Hamont), kerstkransje: Syst. Veldeke  körstkrenskes (Tegelen), koekje: keukske (Gronsveld), krakeling: kraakeling (Oost-Maarland), krakeling (Baarlo, ... ), kro͂ͅkəleŋ (Borgloon), Eigen phonetische  kraakəling (Valkenburg), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  krakeling (Berg-aan-de-Maas), Syst. Frings  kraklɛ͂ (Hasselt), krākəleŋ (Kessenich, ... ), kra͂əkəle̞ŋ (Gingelom), Syst. Grootaers  krāʔleŋ (Lommel), Syst. IPA  krākəleŋ (Paal), Syst. Veldeke  krakeling (Kinrooi, ... ), Syst. WBD  kraakeling (Tegelen, ... ), krakeling (Baarlo, ... ), krakelingen: krakelinge (Neeritter), kraker: kraaker (Berbroek), kraker (Eksel), Syst. Frings  krakər (Hamont), nieuwjaarsring: In de vorm van krakeling; gebakken uit deeg; met nieuwjaar.  nuujaorsring (Haelen), pain de grec: Syst. Frings  pēͅi̯n də greͅk (Gingelom), ring: rink (Nunhem), Syst. Frings  reŋk (Mechelen-aan-de-Maas), rɛ̄i̯ŋ (Opheers), Syst. WBD Van tarwemeel gebakken; werden vroeger rond pasen uitgedeeld aan scholen enz door de meer welgestelde mensen  ring (Neer), ronde ringetjes: rŏnne ringskes (Mechelen-aan-de-Maas), serpentin: sɛrpa͂tɛ̄n (s-Gravenvoeren), sprits: sprits (Oost-Maarland), suikerring: so.kərreŋk (Maaseik), Syst. Frings  sokəreŋ (Kessenich), suikerringetje: su̞kəreŋskəs (Rotem), sòkkerringskes (Echt/Gebroek), Syst. Frings  sōkərreŋskə (Maaseik) Bretzel || krakeling || Krakeling (britsel, ring?) [N 16 (1962)] || krakelingen || soort gebak || Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] III-2-3