e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kramer <omschr.> een kerel die met get langs de deur gaat: ene kêl dê mit get langs gen duur geet (Simpelveld), barakkenman: rondreizend  brakkeman (Lummen), barakkier: ene barrakiejr (Waasmont), barakman: mensen die in woonwagens leven  barakman (Zolder), charlatan (fr.): foorkramer  nə scharlətḁŋ (Sint-Truiden), foorkramer: foorkramer (Diepenbeek), fuərkrōͅmər (Beverlo), foorman: staat op kermissen met een winkel of eender wat  foorman (Montenaken), karretjesvolk: karkensvolk (Kwaadmechelen), kiekenkramer: man die huizen afgaat om kiekens te kopen  kiekenkremer (Beringen), koopman: koupmaan (Epen), meestal in onbeNULLige zaken  koopman (Paal), kraam: kriem (Lanaken), kraamman: Kramer niet gekend.  kroommān (Rosmeer), kramer: inne krieëmer (Eygelshoven), kraimer (Dieteren), kramer (Zichen-Zussen-Bolder), kre:mər (Beringen, ... ), kreamer (Hunsel), kreeemer (Schinnen), kreemer (Asenray/Maalbroek, ... ), kreiemer (Klimmen), kreimmer (Oirlo), kremer (Genooi/Ohé, ... ), kremmer (Heijen, ... ), kreêmer (Horn), kreêîmer (Echt/Gebroek), kreëmer (Neerhespen), kri.ə.mər (Eupen, ... ), kri:mer (Maastricht), krie-e-mer (Vijlen), krie-ëmer (Bleijerheide), krieemer (Doenrade, ... ), kriejemer (Maasbree), kriejmer (Mechelen), kriemer (Belfeld, ... ), krieumer (Meterik), krieèmer (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), krieêmer (Berg-en-Terblijt), krieëmer (Gulpen, ... ), krieëmër (Lanklaar), krieəmer (Arcen, ... ), kriĕmer (Geleen), kriieëmer (Bilzen), krijjmər (Hoepertingen), krimer (Geleen), krimmer (Swolgen), krièmer (Maasbracht, ... ), kriêmer (Obbicht, ... ), kriëmer (Beesel, ... ), kriəmər (Loksbergen, ... ), krīējemer (Eys), krīēmer (Baarlo, ... ), krīəmər (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), kro:mer (Sint-Truiden, ... ), krämer (Broeksittard), kräämer (Mheer), krèimer (Blerick), krèmer (Amby, ... ), krèmmer (Blitterswijck, ... ), krèəmər (Zonhoven), kré-mer (Wellen), krémer (As), krêemer (Neeroeteren), krêmer (Beegden, ... ), krêêmer (Buggenum), krêêîmer (Meerssen), kríimir (Bree), krîêmer (Neeritter), krø.əmər (Aalst-bij-St.-Truiden), nə kri(jə)mər (Gutshoven), nə kriēͅəmər (Houthalen), ⁄n kruimer (Kaulille), ⁄n krəmer (Neerhespen), #NAME?  ⁄n kreimer (Lommel), (e; moeilijk weer te geven).  kremer (Reuver), ander woord dan in de lijst:  krèmmer (Afferden), B.v. hennekriemer.  kriemer (Amby), bevolken kermis met tenten en kramen  kremer (Jeuk), bohemer of marktman  kremer (Tessenderlo), die de deuren afgaat  kraomer (Kaulille), die op de kermis komen met wagens en mensen die vodden opkopen  kramer (Hechtel), die veel koopt en verkoopt  kriēmer (Helchteren), die winkeltje houdt  kremer (Stokrooie), een persoon die met allerlei waren langs de huizen gaat  kremer (Reppel), foorkramer die gewoonlijk met n kraam op de markt staan  kremer (Tessenderlo), gaan afzonderlijk met een klein gespan de dorpen af  kramer (Genk), gaat met garen, stopnaalden e.d. van deur tot deur  kriemer (Gruitrode), geringschattend koopman, venter  krīəmər (Opgrimbie), hij die van alles opkoopt  kramer (Overpelt), iemand die elke week met winkelwaar langs de deur komt, soort leurder met specerijen  kremer (Meeuwen), iemand die met een kar rond rijdt waar hij in woont  kramer (Tessenderlo), iemand die met een kraam op de markten staat  kramer (Alken), iemand die met een wagen de kermissen afgaat en zo snoep of iets dergelijks verkoopt  kramer (Attenhoven), iemand die met een winkelwagen rond rijdt  kraomer (Schulen), iemand die op de kermis suikergoed verkoopt  kremer (Linkhout), iemand die oude vodden, konijnenvellen, oud ijzer enz. opkoopt  kramer (Lanklaar), iemand die van deur tot deur de vodden bijeenhaalt is een voddenkriemer  kriemer (Bocholt), iemand die vodden en konijnenvellen opkoopt  ne kremmer (Hamont), kermis afreizen  kramer (Hoepertingen), kraam met lekkernijen op kermis  kroamer (Wilderen), leurder  kreimer (Diepenbeek), kremer (Groot-Gelmen), krēmər (Herk-de-Stad), kriemer (Opoeteren), krèimer (Mechelen-aan-de-Maas), leurder die aan de deuren verkoopt  kramer (Riksingen), leurder met schoennestels, blink, zeep, enz.  kremer (Beverlo), leurder op de markt  kriemer (Hasselt), leurder, bv. voddenkriemer  kriemer (Bocholt), man die de kermissen afgaat met paardjesmolens enz.  kremer (Tessenderlo), man die met een winkeltje op de markt staat  kramer (Tongeren), man die met speelgoed op kermis staat  kramer (Sint-Truiden), mens die kermissen afreist om geld te verdienen  inne kremer (Nieuwerkerken), mens die langs de deuren gaat  ene kriemer (Ellikom), mensen die in woonwagens rondtrekken doch niet op markten gaan staan, maar aan de deuren leuren of vodden opkopen  kre:mər (Tessenderlo), met geld spelen, schieten met geld op een lijn en dan op hoog rammelen kruis of munt  kramer (Mettekoven), o van Fr. alors  kromer (Beringen), opkoper  kriemer (Molenbeersel), Opm. bijv. hoenderekré´mer, foddelekré´mer.  kréĕmer (Stevensweert), Opm. uitspraak als in Echt.  krèimer (Herten (bij Roermond)), persoon die met een tent op kermissen en markten suikergoed verkoopt  kremer (Landen), pijn in de rug  kriemer (Bocholt), krieəmer (Opitter), ps. de e staat subscript geschreven en is omgespeld in: ë.  krieëmer (Sevenum), staat met een kraam op de foor  kreimer (Meeuwen), staat met kraam op kermis  ənə krēmər (Landen), staat met speelgoed of andere waar op de kermis  kromer (Landen), staat op kermis of foor met waren om te verkopen  kremer (Jeuk), staat op kermissen met een kraam snoep of...  ⁄n kroahner (Kaulille), stelt met winkeltje op de markten of kermissen zijn waren ten toon om te verkopen  eene kriejemer (Hoepertingen), vent die kermissen aftrekt  kramer (Stokkem), verkoopt iets langs huizen  krīmər (Lanaken), verkoopt op volksmarkt zijn waren  krieëmer (Hasselt), Voddekramer.  kroͅmər (Sint-Huibrechts-Lille), vodden en benen opkoopt  kremmer (Hamont), voor vodden man, voddenkremer  kremer (Bocholt), zichte om te lachen  krimer (Vucht), lommelkramer: opkoper van vodden  lommelkremer (Opoeteren), mannen van de kiekens?: mannen van de kiekes (Kwaadmechelen), marktkramer: merkkramer (Zichen-Zussen-Bolder), mertkramer (Lommel), marktleurder: marktleurder (Lommel), marktman: ⁄n mertman (Bilzen), marktwijf: mertwijf (Bilzen), roeselaars: Mensen die met een houten mars aan den rug dekens, schilderijen, enz. te koop aanbieden heten hier roezelêsj naar Rousselare in België.  roezelêsj (Einighausen), Roezelaer m. roezelaesj: Belgische kooplieden, afkomstig van het plaatsje Roeselare, dit tot de oorlog 1914/18 jaarlijks gedurende de zomermaanden in Sittard kwamen en verbleven. Van hier uit verkochten zij tot ver in de omgeving hun rieten stoelen, tafeltjes enz. Ze vervoerden hun spullen op lange paardewagentjes zonder huif. De vrouwen droegen "lustere sjölk"en wollen omslagdoeken, aan hun voeten mooie bont beschilderde klompjes.  roezelêsj (Sittard), spinselenman: Van Dale: spinsel, wat gesponnen wordt of is.  sjpenzeleman (Valkenburg), varkenskramer: een biggenhandelaar  eine verkeskriemer (Rotem), voddenkramer: nə vodəkriemər (Zonhoven), voddeukromer (Beringen), voddəkremər (Beverlo), hij die lompen opkoopt  voddekrèmer (Lommel), iemand die vodden rondhaalt  voddekrumer (Maaseik), leurder  voddekriemer (Zonhoven), opkoper van vodden  voddenkriemer (Neeroeteren), verzamelaar van vodden  voddekrèmer (Peer), voddenman: voddeman (Herstappe) koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] || kramer [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || Kramer. [ZND 36 (1941)] || z. toel. III-3-1