id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
26124 | kruilits | kruitouw: krø̜jtǫw (Meijel), spaaktouw: spǭktǫw (Weert) | Het touw aan de staartbalk waarmee men het kruirad vastzet. In l 318 en l 321 gebruikte men als kruilits een ketting met ringen. [N O, 52h] II-3 |