e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruishout enkel kruishout: eŋkǝl krȳtshǫwt (Herten), klitskeer: klitskē̜r (Tongeren), kratshout: kratshǫwt (Tungelroy  [(meervoud: kratshǫwtǝr)]  ), kruisblok: krȳs˱blǫk (Kinrooi), kruishaak: krȳshǫak (Geulle), kruishout: kruishout (Buchten, ... ), kryshǭlt (Ottersum), krys˱ǫwt (Meeswijk), krytshōt (Eygelshoven, ... ), krytshōts (Bleijerheide, ... ), krytshǫwt (Klimmen), krȳ.shǫwt (Tungelroy), krȳ.tshǫw.t (Sittard), krȳshōǝt (Gronsveld), krȳshǫwt (Groot Genhout, ... ), krȳtshǫlt (Tegelen, ... ), krȳtshǫwt (Echt, ... ), krøtshǫwt (Doenrade), krø̜̄shāt (Leopoldsburg), kręjs(h)ōt (Bilzen), krǫwǝshø̜̄t (Tessenderlo), kruishoutje: kryshø̜̄ltjǝ (Castenray, ... ), strijkmaat: strīkmǭt (Stein) Houten tekengereedschap, bestaande uit een vierkant blokje waar een verstelbaar houten balkje doorheen is gestoken dat met behulp van een spie kan worden vastgeklemd. Zie ook afb. 101. Het kruishout wordt gebruikt om evenwijdige lijnen langs de rand van het werkstuk te trekken en om de afmetingen van de gaten en pennen van een pen-en-gatverbinding af te schrijven. Op het uiteinde van het kruishoutbeen is daartoe een kraspennetje aangebracht. Wanneer het kruishout met het blokje langs de rand van het werkstuk wordt voortbewogen, krast de pin een evenwijdig aan de rand lopende lijn in het hout. Zie voor de etymologie van het woord klitskeer ook het Tongers woordenboek (Stevens 1986), pag. 271, s.v. klïtsk√™er, ø̄kruishout, ritshoutø̄. [N 53, 191a; N G, 17a; monogr.] II-12