31973 |
kruishout |
enkel kruishout:
eŋkǝl krȳtshǫwt (L330p Herten),
klitskeer:
klitskē̜r (Q162p Tongeren),
kratshout:
kratshǫwt (L318b Tungelroy
[(meervoud: kratshǫwtǝr)]
),
kruisblok:
krȳs˱blǫk (L369p Kinrooi),
kruishaak:
krȳshǫak (Q018p Geulle),
kruishout:
kruishout (L426p Buchten, ...
L421p Dilsen,
Q001p Zonhoven),
kryshǭlt (L163p Ottersum),
krys˱ǫwt (L424p Meeswijk),
krytshōt (Q119p Eygelshoven, ...
Q204a Mechelen),
krytshōts (Q121c Bleijerheide, ...
Q119p Eygelshoven,
Q204a Mechelen),
krytshǫwt (Q111p Klimmen),
krȳ.shǫwt (L318b Tungelroy),
krȳ.tshǫw.t (Q020p Sittard),
krȳshōǝt (Q193p Gronsveld),
krȳshǫwt (Q019b Groot Genhout, ...
L369p Kinrooi,
L434p Limbricht,
Q095p Maastricht,
Q015p Stein,
L289p Weert),
krȳtshǫlt (L270p Tegelen, ...
L271p Venlo),
krȳtshǫwt (L381p Echt, ...
L328p Heel,
L330p Herten,
L382p Montfort,
L294p Neer,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
L385p Sint Odilienberg),
krøtshǫwt (Q027p Doenrade),
krø̜̄shāt (K317p Leopoldsburg),
kręjs(h)ōt (Q083p Bilzen),
krǫwǝshø̜̄t (K353p Tessenderlo),
kruishoutje:
kryshø̜̄ltjǝ (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
strijkmaat:
strīkmǭt (Q015p Stein)
|
Houten tekengereedschap, bestaande uit een vierkant blokje waar een verstelbaar houten balkje doorheen is gestoken dat met behulp van een spie kan worden vastgeklemd. Zie ook afb. 101. Het kruishout wordt gebruikt om evenwijdige lijnen langs de rand van het werkstuk te trekken en om de afmetingen van de gaten en pennen van een pen-en-gatverbinding af te schrijven. Op het uiteinde van het kruishoutbeen is daartoe een kraspennetje aangebracht. Wanneer het kruishout met het blokje langs de rand van het werkstuk wordt voortbewogen, krast de pin een evenwijdig aan de rand lopende lijn in het hout. Zie voor de etymologie van het woord klitskeer ook het Tongers woordenboek (Stevens 1986), pag. 271, s.v. klïtsk√™er, ø̄kruishout, ritshoutø̄. [N 53, 191a; N G, 17a; monogr.]
II-12
|