31933 |
kwastenboor |
aastboor:
ǭs˱bǭr (L330p Herten, ...
L270p Tegelen),
knodeboor:
knǭabōr (Q119p Eygelshoven),
knǭbǭr (Q204a Mechelen),
knokenboor:
knǭkǝbǭ.r (L270p Tegelen),
knǭkǝbǭr (Q111p Klimmen, ...
L382p Montfort,
Q015p Stein),
kwastboor:
kwas˱bǭ.r (L270p Tegelen),
kwastenboor:
kwastǝbǭr (L381p Echt, ...
Q111p Klimmen),
stopboor:
štǫp˱bǭr (L434p Limbricht),
stoppenboor:
štǫpǝbǭr (Q033p Oirsbeek)
|
Boorijzer dat in de booromslag wordt geplaatst en wordt gebruikt om kwasten uit hout te verwijderen. De kwastenboor heeft een centreerpunt om de boor te geleiden, maar het feitelijke boren gebeurt met een van snijvlakken voorziene, verticale mantel die zorgt dat er een gat met een vlakke bodem in het hout ontstaat. In plaats van de uitgeboorde kwast wordt later een houten prop geslagen. (Handboek Gereedschap, pag. 207). Zie ook afb. 77. [N G, 31f]
II-12
|