e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laster achterklap: aajterklap (Mheer), achterklap (Eksel, ... ), àchterklàp (As), àchtərkláp (Venlo), (oude benaming).  achterklap (Caberg), ook materiaal znd 30, 01  āxtərklap (Hamont), bemuilerij: v.  bəm‧ulər‧eͅi̯ (Eys), geroddel: geroddel (Doenrade), gerooddel (Maastricht), hindergaan: hingerghŏ (Heerlerbaan/Kaumer), kal: kaal (Gronsveld), kal van kwade lui: kal va koa luuj (Brunssum), klaptongerei: ook materiaal znd 30, 01  klaptongəree (Heers), kletskoek: kletskook (Kesseleik), kwaad: ook materiaal znd 30, 01  koad (Lanklaar), kōat (Diepenbeek), kwaadspraak: koedspraok (Maastricht), koetspraok (Maastricht), kwaadsprekerij: kwaotsjpréékərie (Beesel), kâôdsjprekerie (Meerssen), ook materiaal znd 30, 01  kwaadsprekerij (Hoepertingen), kwaotsprekerij (Maaseik), kwoadspreèkerij (Heppen), kôêoudsprekerij (Ulbeek), ködsprekerij (Stokrooie), kwaadtongerei: ook materiaal znd 30, 01  kowəjtoŋərɛj (Zonhoven), koͅitōŋəräj (Hamont), kwaadtongerij: ook materiaal znd 30, 01  koetungerēͅ (Herk-de-Stad), kwade kal: kwoaje ka‧l (Weert), kwadepraat: ook materiaal znd 30, 01  koejepraot (Amby), laster: laaster (Gennep, ... ), laste (Tungelroy), laster (Afferden, ... ), lastər (Beesel, ... ), lāster (Lottum, ... ), lester (Hunsel), loaster (Helden/Everlo), làstər (Nieuwenhagen, ... ), lástər (Heerlen), (huidige benaming).  laster (Caberg), meer een ø-klank  laaster (Swolgen), ook materiaal znd 30, 01  laaster (Lauw, ... ), laaəster (Stevoort), laestig (Piringen), laster (Bree, ... ), lastər (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), laəster (Stevoort, ... ), lāstər (Borgloon, ... ), lester (Heusden), làstĕr (Vroenhoven), láster (Bilzen), läster (Lommel, ... ), lɛsteͅr (Houthalen), lɛ̄stig (Gelinden), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  laster (Beegden, ... ), lasteren: lastərə (Maastricht), làstərə (Roermond), lasterpraatjes: lasterpreutjes (Meijel), lastertaal: làstertaal (As), leugen: leuge (Heek), muilijk: ook materiaal znd 30, 01  moeəlek (Tessenderlo), oneer: v.  o.n‧iər (Eys), roddel: roddəl (Kapel-in-t-Zand, ... ), (huidige benaming).  roddel (Caberg), slechtigheid: sjléchtighèid (Gronsveld), slechtmakerij: sjlechmêkerie (Sittard), vertelseltjes: vertelselkes (Susteren), zwartmakerij: sjwàt māākərij (Nieuwenhagen), zwertmakeri-j (Weert) het schenden van iemands goede naam [achterpraat, achterklap, laster] [N 85 (1981)] || laster [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || laster, leugenachtig kwaad III-1-4