32323 |
lepelavegaar |
bomboor:
bǫmbǭr (L329p Roermond),
bonboor:
bonbōr (L320a Ell),
boŋbǭr (L269p Blerick, ...
L267p Maasbree),
buiker:
bēkǝr (Q002p Hasselt),
egger:
ɛgǝr (Q002p Hasselt),
ever:
ē̜vǝr (L270p Tegelen),
grote buiker:
[grote] bø̜̄kǝr (Q074p Kortessem),
lepelboor:
lē̜pǝlbǭr (L270p Tegelen),
snijboor:
snējbōr (L164p Gennep),
sponboor:
spunbōr (Q007p Eisden, ...
Q009p Maasmechelen),
šponbǭr (Q111p Klimmen)
|
De van een T-vormig handvat voorziene boor met een holrond, taps uitlopend boorijzer die dient om het met behulp van de handboor voorgeboorde bomgat en tapgat groter te maken. Zie ook afb. 227. [N E, 48c]
II-12
|