22174 |
licht van bouw |
klein:
kleng (Q201p Wijlre),
knauwelachtig:
kwàwwəlèchtich (L417p As),
licht:
lich (Q007p Eisden),
lich (van gewich) (L330p Herten (bij Roermond)),
licht (L417p As, ...
L289p Weert),
licht gebouwd:
louch geboewd (Q027p Doenrade),
plat:
pla.t (Q202p Eys),
schamel:
sjèmmel (L265p Meijel),
schraal:
schraol (P183p Mielen-boven-Aalst),
smirrel:
Van Dale: smirrel, (gew.) soort van duif met witte hals en kraag: Luikse smirrel, duif met kromme bek.
smirrel (Q157p Jesseren),
te klein:
tə klēͅjn (L265p Meijel)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: licht van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|