20186 |
lijkstro |
bedstro:
bedstro (L246p Horst),
ook wel: -
betstrôe (L269a Hout-Blerick),
bosjes:
bosjes (stro) voor onder de kist: waren met drie bandjes gebonden
bosjes (L270p Tegelen),
dodenbosje:
De lijkkist werd dan op een wagen of kar geplaatst. De bodem was bedekt met stro. Bij kruispunten van wegen werd halt gehouden en, volgens oud gebruik, een klein bosje stro verbrand. Dit was een overblijfsel van een heidens gebruik, om boze geesten op een dwaalspoor te brengen
dojjeböske (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
strobosje, dat gebruikt werd om op de kar onder de doodskist te leggen als het lijk begraven werd. Het doel was schokken te voorkomen. Deze bosjes stro werden na de begrafenis op een bepaalde plaats, meestal een kruispunt, neergelegd, waar ze vergingen
doeëjebüske (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
dodenstro:
als de familie naar de kerk was werd het door buurvrouwen naar buiten gedragen en door de buurmannen verbrand
dodenstro (L295p Baarlo),
dodenwisjes:
dodenbosjes (mar.: dodenwiskes?; van wis)
doi-jəweskəs (L374p Thorn),
lijkenstrooi:
liekeströj (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
lijkstro:
lieksjtreu (Q022p Munstergeleen),
liekstro (L245b Tienray),
lieëkstroo (L318b Tungelroy),
lijkstro (L246p Horst),
lijkstroo (L289p Weert),
līēkstrôe (L269a Hout-Blerick),
die heeft reeds op het lijkstro gelegen = hij is al lang dood
lijkstro (L249p Grubbenvorst),
meestal roggestro; na gebruik werd het verbrand
liekstroë (L267p Maasbree),
van bed op stroo komen
lijkstroo (L266p Sevenum),
van het bed op het stroe
līēkstroe (L269p Blerick),
lijkstrooi:
liekstroei (L250p Arcen),
liekstroej (L248p Lottum),
liekstroi (L216a Oostrum, ...
L210p Venray),
liekstruj (L209p Merselo),
liekströj (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L210p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L244a Veulen (bij Venray)),
lijkstro (L192a Siebengewald),
lijkstrooi (K358p Beringen),
die ligt ook haost op t liekstroj"; van iemand die niet lang meer te leven heeft
liekstroj (L164p Gennep),
hij kan zijn liekstroi wel halen; hij komt van het bed op het strooi
liekstroi (L214a Geysteren),
hij komt van het bed op het stro = van de wal in de sloot
liekstroi (L211p Leunen),
hij/zij is op t liekstroj gelet (gelegd)
liekstroj (L191p Afferden),
je kumt van het bed op het stroi
liekstroi (L213p Well),
lijkstro; op een tafel, waarop men stro heeft gelegd (daaroverheen vaak een laken), opgebaard
liekstroj (L164p Gennep),
op een tafel, waarop men stro heeft gelegd (daaroverheen vaak een laken), opgebaard
liekstroi (L165p Heijen, ...
L192a Siebengewald),
stro waarop het lijk gelegd werd
liekströj (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
uitdr.: hij komt van het bed op het strooj
liekstroj (L210p Venray),
vroeger
liekstrooi (L209p Merselo, ...
L210p Venray),
werd na gebruik verbrand; NB.HEEFT TWEE BETEKENISSEN: 1. stro waarop de dode zelf werd gelegd; 2. stro waarop de doodskist geplaatst werd op de lijkwagen
liekstroj (L159a Middelaar),
reeuwstrooi:
cf. "strobosje onder de doodskist op de kar
reeuwströj (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
rekstrooi:
raekstroeëj (L288a Ospel),
rékstroeëj (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L289p Weert),
p. 005: "De kist werd op "bösselkes"stro geplaatst. Wanneer het lijk naar de kerk werd gereden, stond de kist op hetzelfde "rekstrooi"op de kar. Op een vaste plaats werd het lijk door de geestelijkheid opgewacht , op een baar gezet en onder gezang naar de kerk gedragen. De voerman maakte terstond rechtsomkeer en gooide het "rekstrooi".... in de droge sloot aan de rechterkant. Geen schooljongen zou er aan denken het stro aan te raken of in de buurt over de sloot te springen
raekstroeëj (L288p Nederweert),
rouwstrooi:
rowstrui (L215a Wellerlooi),
schoof:
schauf (Q113a Welten),
schauff (L434p Limbricht),
schoof (Q035p Brunssum, ...
Q121p Kerkrade),
schouf (Q038p Amstenrade, ...
Q029p Bingelrade),
sjoof (Q211p Bocholtz),
sjouf (Q099p Meerssen),
= gehekeld stroo; "hè lik op de schouf
schouf (Q098p Schimmert),
de mooie strohalmen; eine van het bed op het sjtreu helpen
sjaof (Q027p Doenrade),
erna verbrand
sjouf (L377p Maasbracht),
gedorst met vlegel en met een aparte hark (rèk) gereinigd; werd na gebruik verbrand
sjauf (Q103p Berg-en-Terblijt),
hae leed op de schuif= hij is overleden
schuif (L271p Venlo),
he is gesjouwdj = hij is op zijn doodsbed gelegd; he liktj op sjauf = op zijn doodsbed
sjauf (L322p Haelen),
hij ligt op de schouf
schouf (Q039p Hoensbroek),
hij ligt op het schoof = hij is dood en opgebaard
schouf (Q036p Nuth/Aalbeek),
hij ligt op het sjchouf
sjchouf (Q036p Nuth/Aalbeek),
iemand op de schouf leggen
schouf (Q033p Oirsbeek),
is uitgeschud stroo = dus stroo dat ontdaan is van onkruid, halmen die geknakt zijn, vuil, enz.
sjouf (Q030p Schinveld),
op de sjauf legge
sjauf (Q201p Wijlre),
op de sjouf
sjouf (Q096b Itteren),
op het sjouf leggen
sjouf (L429a Berg-aan-de-Maas),
van franse chien
sjouf (Q101p Valkenburg),
van onkruid gereinigd stroo; hij ligt op de sjoof
sjoof (Q113p Heerlen),
verbrand
sjof (Q196p Mheer),
sjouf (Q097p Ulestraten),
vroeger
sjouf (L428p Born),
werd daarna verbrand
sjoof (Q033p Oirsbeek),
schoofstro:
schoofstro (L330p Herten (bij Roermond)),
schoofstroo (L244c America, ...
L373p Roosteren),
schoufstreu (Q102p Amby, ...
Q018p Geulle),
schoufstroo (L289p Weert),
sjaofstruue (Q193p Gronsveld),
sjaufsjtreu (L323p Buggenum),
sjaufstruĕ (Q103p Berg-en-Terblijt),
sjoufsjtreu (Q022p Munstergeleen),
sjoufstreu (Q020p Sittard),
sjŏfsjtruuə (Q196p Mheer),
hij komt van het bed op de schoofstroo= hij gaat hard achteruit
schoofstroo (L385p Sint-Odiliënberg),
verbranden
sjoofstruë (Q204a Mechelen),
werd verbrand
sjuufsjtruuĕ (L324p Baexem),
schoofstrooi:
op schoof liggen
choufstreuj (L381b Pey),
stro:
stro (Q038p Amstenrade),
strooi:
stroeöi (L289p Weert),
van het bed op het stroei
strōēi (L288a Ospel),
strooibosje:
Bij begrafenissen stond vroeger de lijkkist op stro op een kar. Bij kruispunten en splitsingen van wegen werd halt gehouden en een klein bosje stro verbrand. Dit was een overblijfsel uit de heidense tijd: een poging om boze geesten op een dwaalspoor te brengen
ströjböske (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
walm:
een bussel fijn strooi daar ¯t onkruid uitgezuiverd is
waam (Q178p Val-Meer),
hij ligt op de walm: het lijk is afgelegd op zuiver roggestro
walm (Q074p Kortessem),
wijpjes:
wiepkes (L288p Nederweert, ...
L288a Ospel),
altijd mv."; "De kist werd vervoerd op een hoge kar zonder zijplanken. Het stro was bedoeld tegen het schommelen van de kist op de kar, want de wegen waren vroeger slecht
wiepkes (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L289p Weert),
Vroeger werd de kist op grotere afstand op een kar verv oerd, De kist lag op schoofjes stro, wepkes genaamd, Die werden op een bepaalde plaats achter een struik langs de weg gelegd
wepkes (L328p Heel)
|
Bepaalde naam voor het stro waarop de overledene was opgebaard [VC 30 (1964)] || bosje stro || bosje stro waar de lijkkist op werd gezet || doodstro; reeuwstro || lijkstro || lijkstroo; Hoe noemt men dit lijkstroo (schoofstroo, reeuwstroo, enz.). Zij er bepaalde uitdrukkingen die hiermee verband houden (bv. hij komt van het bed op het stroo) [VC 03 (1937)] || lijkstrooi || schoofstro || stro onder lijkkist || strobosje (zie toel.) || strobosje onder de doodskist op de kar
III-2-2
|