26067 |
loopstaken |
keerbalken:
keerbalken (L292p Heythuysen),
koi:
kǫj (K357p Paal),
kruisteunen:
krø̜jstyǝnǝ (L289p Weert),
loopstaken:
loopstaken (L291p Helden),
lupstākǝn (L355p Peer),
lø̜pstǭkǝ (K353p Tessenderlo),
loopstekken:
loopstekken (P046p Linkhout),
loopstukken:
loopstukken (P046p Linkhout),
lopers:
lopers (K357p Paal),
lōǝpǝrs (P051p Lummen),
palen:
palen (L381b Peij),
scheerbalken:
š ̇īǝrbɛlǝk (L330p Herten),
steunbalken:
steunbalken (L216p Oirlo),
stutten:
stutten (L381b Peij)
|
De twee schuine balken aan weerszijden van het uiteinde van de staart van de standerdmolen. Zie ook afb. 21. [N O, 48d; A 42A, 101]
II-3
|