26366 |
maalsluis |
achtersluis:
ātǝrslø̜ws (P120p Alken),
drijfsluis:
dręǝfslǫws (Q071p Diepenbeek),
eerste sluis:
īǝ.rstǝ slys (L415p Opoeteren),
gangsluis:
gaŋkslaws (P051p Lummen),
kleine sluis:
klęjn slaws (Q077a Alt-Hoeselt),
klęjn slys (L362p Opitter, ...
L415p Opoeteren),
klęjn slyz (L361p Tongerlo),
klęjn slǫws (Q071p Diepenbeek, ...
P058p Stevoort,
Q075p Vliermaalroot,
Q079a Wintershoven),
klɛjn slø̜ws (P187p Berlingen, ...
P195p Gutschoven),
maalsluis:
mā.lslus (L321a Ittervoort),
mā.lsluǝ.z (L372p Maaseik),
mā.lslyz (L361p Tongerlo),
mā.lslū.s (Q095p Maastricht),
mā.lslűs (L368p Neeroeteren),
mǫlslø̜̄s (Q240p Lauw),
mǫǝlslaws (Q077p Hoeselt),
mǫǝlslø̜js (Q078p Wellen),
mǫǝlslø̜ws (P195p Gutschoven, ...
P188p Hoepertingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
mǭ.lslǫws (Q240p Lauw, ...
Q180p Mal,
Q241p Rutten,
Q181p Sluizen,
Q162p Tongeren),
mǭǝlslaws (Q077p Hoeselt),
mǭǝlslø̜js (P050p Herk-de-Stad, ...
Q074p Kortessem),
mǭǝlslø̜s (P053p Berbroek),
mǭǝlslǫws (Q072p Beverst, ...
Q071p Diepenbeek,
Q074p Kortessem,
P057p Kuringen,
P058p Stevoort,
P056p Stokrooie,
Q075p Vliermaalroot,
Q079a Wintershoven),
molensluis:
møjlǝslø̜ws (P195p Gutschoven),
mø̄lǝslø̜j.s (Q162p Tongeren),
radsluis:
rā.tslys (L360p Bree, ...
L362p Opitter,
L415p Opoeteren),
rā.tslűs (L368p Neeroeteren),
rǫǝtslø̜ws (P187p Berlingen),
sluis:
slø̜js (Q088p Lanaken, ...
P177a Ordingen),
slø̜ws (Q159p Broekom, ...
Q160a Haren,
Q164p Heks),
slās (P176p Sint-Truiden),
slűs (L368p Neeroeteren),
sluis van de molen:
slyz van ǝ mīǝ.lǝ (L417p As),
sluis van het rad:
slaws van t rǭǝt (Q077p Hoeselt),
slys van t rā.t (L368p Neeroeteren, ...
L362p Opitter,
L361p Tongerlo),
slyz van t rā.t (L416p Opglabbeek),
slø̜js van hǝt rā.t (Q095p Maastricht),
slǫws van t rǭǝt (P058p Stevoort),
treksluis:
trekslǫws (P058p Stevoort),
vanne voor het rad:
van vør hǝt rǭ.t (Q188p Kanne),
voorslagsluis:
vø̜̄rslǭxslaws (Q077p Hoeselt),
watersluis:
wātǝrslys (L368p Neeroeteren)
|
De vōōr het molenrad geplaatste sluis die het water doorlaat als men de molen in beweging wil zetten. Het woordtype kleine sluis (l 361, l 362, l 415, P 58, P 187, P 195, Q 71, Q 75, Q 77a, Q 79a) is terug te voeren op het feit dat de maalsluis over het algemeen kleiner is dan de wendsluis. Vgl. ook het lemma ɛwendsluisɛ.' [Vds 47; Jan 37; Coe 31; Grof 64]
II-3
|