26576 |
maalvlak |
buitenkant:
bǫǝtǝkānt (P057p Kuringen, ...
P056p Stokrooie),
gebilde kant:
gǝbeldǝ kant (L432p Susteren),
maalkant:
mālkęntj (Q112p Voerendaal),
mǭlkānt (Q198p Eijsden),
mǭǝlkant (Q077a Alt-Hoeselt),
maallaag:
mǭǝllox (P055p Kermt
[(20 cm)]
),
maalvlak:
maalvlak (L325p Horn, ...
L292a Maxet,
Q204a Mechelen,
L265p Meijel,
L319p Molenbeersel,
L321p Neeritter,
L318p Stramproy),
mā.lvlak (Q095p Maastricht),
mālvlak (L417p As, ...
L360p Bree,
L372p Maaseik,
L368p Neeroeteren),
mǫlvlák (Q240p Lauw),
mǭ.lvlak (Q188p Kanne, ...
Q088p Lanaken,
Q240p Lauw,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
Q241p Rutten,
Q181p Sluizen,
Q162p Tongeren),
mǭlvlak (P051p Lummen),
mǭǝlvlak (Q083p Bilzen
[(10 cm)]
, ...
Q160a Haren,
P051p Lummen,
P056p Stokrooie,
Q078p Wellen)
|
Dat gedeelte van het steenoppervlak dat het eigenlijke maalwerk verricht. Volgens Vanderspickken (pag. 41) worden de buitenste 15 tot 20 cm van de steen als maalvlak beschouwd. [N O, 18a; Vds 192; Jan 195; Coe 161; Grof 193; N O, 18a; A 42A, 33]
II-3
|