e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meelbak bak: bak (Aldeneik, ... ), bakje: bɛkskǝ (Beringe), glijplank: glijplank (Arcen, ... ), kuip: kǭp (Lauw), lade: lā̄.j (Maaseik), maalbak: maalbak (Beesel, ... ), meelbak: [meel]bak (Baexem, ... ), meelbak (Beegden, ... ), meelbakje: [meel]bɛkskǝ (As, ... ), meelbek: mē̜̜.lbɛk (Kessenich), meelkas: mē̜̜.lkas (Kanne), meelkuip: mē̜̜.lkǭ.p (Tongeren), meellade: mē̜̜llǭj (Eijsden), meelschuif: mēǝlsxǫjf (Herk-de-Stad), meelschuitje: mē̜̜lšy.tjǝ (Tungelroy), meeltremel: [meel]trī̄ǝmǝl (Lummen), moelde: mōlj (Maasmechelen), mouwstoel: mő̜̜wstul (Haren), muil: mǫwl (Kortessem), schoen: schoen (Hoensbroek), schoot: šū ̞̞ǫt (Beek), šǭt (Einighausen), schuitje: šȳ̄tjǝ (Epen), trechter: trē̜̜xtǝr (Middelaar), trɛxtǝr (Maasmechelen, ... ), tremel: trī̄ǝmǝl (Lummen), trēmǝl (Lummen, ... ), tremeltje: trēmǝlkǝ (Kortessem), tremer: trēmǝr (Linkhout), tremerbak: trē̄mǝrbak (Linkhout), treugel: trȳ̄ ̞̞gǝl (Elen), trȳ̄ǝ.gǝl (Maaseik), trø̄̄gǝl (Beegden, ... ), trø̜̜̄̄gǝl (Sint Odilienberg), treuger: trø̄̄ǝgǝr (Herten), zakbakje: zak˱bakskǝ (Kaulille) De houten bak onderaan de meelpijp waaraan de te vullen meelzak wordt bevestigd. Zie ook afb. 83 en 84. Het woorddeel ømeelŋ- is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmeelɛ.' [N O, 24c; A 42A, 41; Sche 56; Vds 164; Jan 168; Coe 153; Grof 182; N D, 23; monogr.; A 42A, 40; N O, 24a; N D, 33] II-3