26621 |
meelwormen |
meelkevers:
mēǝlkēǝvǝrs (Q160p Bommershoven),
meelwormen:
mēǝlwø̜rm (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
Q160p Bommershoven,
Q159p Broekom,
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
Q160a Haren,
Q164p Heks,
P188p Hoepertingen,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden,
Q078p Wellen),
wormen:
wø̜rm (Q077p Hoeselt)
|
Kevers waarvan het masker meelworm heet en in meel, graan en brood leeft. Zie ook de lemmata ɛmeelwormɛ en ɛbakkerstorɛ in wld II.1, pag. 64. Volgens de invuller uit P 176 werden de meelwormen niet altijd als een plaag beschouwd. Vroeger werden ze zelfs met behulp van beenmerg gekweekt. Meelwormen zijn immers een geliefd vogelvoer -Groffils, pag. 173.' [Grof 181]
II-3
|