e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mestdeur mestdeur: [mest]˱dei̯ǝr (Spalbeek), [mest]˱dȳr (Maaseik, ... ), [mest]˱døi̯ǝr (Tessenderlo), [mest]˱dør (Diepenbeek), [mest]˱dø̄r (Beringen, ... ), [mest]˱dø̜̄r (Ophoven, ... ), [mest]˱dø̜r (Eisden, ... ), [mest]˱dēi̯ǝr (Beverst), [mest]˱dēr (Stevoort), [mest]˱dīr (Opglabbeek), mestdeurtje: [mest]˱dø̄rkǝ (Sevenum), (mv)  [mest]˱dø̄rkǝs (Guttecoven), mestpoort: [mest]pǫrt (Swalmen), meststalsdeur: [mest]štals˱dø̄r (Baarlo) De deur van de stal waardoor de mest naar buiten wordt gekruid. Men heeft voor deze deur vaak geen speciale naam, met name als het niet steeds dezelfde deur is of als het de enige deur van de stal is. Aan weerskanten van de dubbele deur van een dubbele stal is een enkele deur. Als de middengang een voergang is, dan dienen deze enkele deuren om de mest door naar buiten te kruien; is de middengang een mestgang, dan dienen de dubbele deuren als mestdeur en de enkele deuren om het voer door naar binnen te brengen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (mest) het lemma "mest, stalmest" in aflevering I.1, pag. 3. [N 5A, 44b] I-6