32590 |
mesthoopje op het land |
hoop:
hōap (Q178p Val-Meer),
hǫu̯p (Q039p Hoensbroek),
(mv hyǝp)
huǝp (L282p Achel),
(mv hø̄ ̞p)
hō ̞p (Q204a Mechelen),
(mv hø̄p)
hōp (L163p Ottersum),
(mv hø̜ip)
hǫu̯.p (Q201p Wijlre),
hoop mest:
(h)ǫu̯.p [mest] (L369p Kinrooi),
hō ̞p [mest] (Q193p Gronsveld, ...
Q112z Ten Esschen
[(mv hø̄ ̞p)]
),
hūp [mest] (Q002c Bokrijk),
hūǝp [mest] (L246p Horst
[(mv hȳǝp)]
),
hǫu̯.p [mest] (Q162p Tongeren),
hǫu̯p [mest] (L428p Born, ...
Q111p Klimmen
[(mv hø̜i̯p)]
,
L321p Neeritter,
Q015p Stein,
L271p Venlo),
hǭp [mest] (Q191p Cadier
[(mv hø̜̄p)]
),
hǭu̯p [mest] (Q098p Schimmert),
hoopje:
(h)ø̜pkǝ (L286p Hamont),
(h)˱ø̜i̯pkǝ (L424p Meeswijk),
hø̄ ̞pkǝ (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
hø̜̄pkǝ (Q187p Sint Pieter),
hø̜i̯pkǝ (L322p Haelen, ...
L328p Heel,
L330p Herten,
L292p Heythuysen,
L289a Hushoven,
L332p Maasniel,
Q099p Meerssen,
L433p Nieuwstadt,
L288a Ospel,
L381b Peij,
L331p Swalmen,
L318b Tungelroy),
hø̜pkǝ (L282p Achel, ...
Q203p Gulpen,
L211p Leunen,
L248p Lottum,
Q197p Noorbeek,
L163p Ottersum,
L270p Tegelen,
Q197a Terlinden,
Q201p Wijlre),
hoopje mest:
(h)ypkǝ [mest] (P175p Gingelom),
hupkǝ [mest] (K359p Koersel),
høpkǝ [mest] (L414p Houthalen, ...
K278p Lommel,
Q117p Nieuwenhagen,
L314p Overpelt,
Q118p Schaesberg,
Q116p Simpelveld),
hø̄ ̞pkǝ [mest] (Q193p Gronsveld, ...
Q198b Oost-Maarland,
Q194p Rijckholt),
hø̄fjǝ [mest] (Q211p Bocholtz
[(mv hø̄fjǝrǝ)]
),
hø̄pkǝ [mest] (Q117a Waubach),
hø̜̄pkǝ [mest] (Q191p Cadier, ...
Q188p Kanne),
hø̜i̯pkǝ [mest] (L429a Berg, ...
L381p Echt,
Q096b Itteren,
L434p Limbricht,
L376p Linne,
L372p Maaseik,
L321p Neeritter,
L329p Roermond,
Q032p Schinnen,
L289p Weert),
hø̜pkǝ [mest] (L244c America, ...
L295p Baarlo,
L215p Blitterswijck,
L247p Broekhuizen,
L286p Hamont,
L246p Horst,
L265b Kronenberg,
L159a Middelaar,
L115p Mook,
Q111q Ransdaal,
P107a Rummen,
Q118p Schaesberg,
L266p Sevenum,
L270p Tegelen,
L214p Wanssum),
hēpkǝn [mest] (Q001a Oud-Winterslag),
īpkǝ [mest] (Q002p Hasselt),
hoppel:
høpǝl (Q099q Rothem),
hoppeltje:
høpǝlkǝ (Q099p Meerssen),
hopper:
hǫpǝr (Q014p Urmond),
hoppertje:
hø̜pǝrkǝ (Q014p Urmond),
klad:
klat (K314p Kwaadmechelen),
mesthoop:
[mest]huǝp (L282p Achel
[(mv [mest]hyǝp)]
, ...
K318p Berverlo,
K357p Paal,
K353p Tessenderlo),
[mest]hōf (Q121c Bleijerheide
[(mv [mest]hø̄ ̞f)]
, ...
Q211p Bocholtz
[(mv [mest]hø̄f)]
),
[mest]hūp (P176p Sint-Truiden),
[mest]˱ǫu̯p (L422p Lanklaar),
mesthoop (L364p Meeuwen, ...
Q198b Oost-Maarland
[(mv [mest]hup)]
),
(mv [mest]he ̞i̯.p)
[mest]ho ̞u̯.p (L368p Neeroeteren),
(mv [mest]hȳǝp)
[mest]hūǝp (L265b Kronenberg, ...
L217p Meerlo,
L209p Merselo),
(mv [mest]hø̄ ̞p)
[mest]hō ̞u̯.p (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
(mv [mest]hø̄p)
[mest]hō.p (Q038p Amstenrade, ...
Q035p Brunssum,
Q027p Doenrade,
Q113p Heerlen,
Q196p Mheer,
Q036p Nuth,
Q033p Oirsbeek,
Q208p Vijlen,
Q117a Waubach),
(mv [mest]hø̜̄ ̝p)
[mest]hǭ ̝p (Q193p Gronsveld),
(mv [mest]hø̜i̯.p)
[mest]hǫu̯.p (L317p Bocholt, ...
L331b Boukoul,
L377p Maasbracht,
L383p Melick,
Q020p Sittard,
L331p Swalmen),
(mv [mest]hø̜i̯p)
[mest]hǫu̯p (Q102p Amby, ...
L324p Baexem,
L327p Beegden,
Q103p Berg / Terblijt,
L288c Eind,
L320a Ell,
Q021p Geleen,
L326p Grathem,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L429p Guttecoven,
L322p Haelen,
L291p Helden,
Q187a Heugem,
L292p Heythuysen,
L426z Holtum,
L269a Hout-Blerick,
Q100p Houthem,
L289b Leuken,
L332p Maasniel,
Q099p Meerssen,
Q019a Neerbeek,
L381b Peij,
Q111q Ransdaal,
L293p Roggel,
L373p Roosteren,
L385p Sint Odilienberg,
Q015p Stein,
L296p Steyl,
L318p Stramproy,
L318b Tungelroy,
L268p Velden),
(mv [mest]hē ̞ǝp)
[mest]hō ̞ǝp (Q072p Beverst),
(mv [mest]hęi̯.p)
[mest]hő̜u̯.p (L360p Bree, ...
L416p Opglabbeek),
mesthoopje:
[mest](h)ypkǝ (P175p Gingelom),
[mest]hypkǝ (Q195p Sint Geertruid),
[mest]hyǝpkǝ (L267p Maasbree),
[mest]hø.pkǝ (Q116p Simpelveld),
[mest]høpkǝ (K278p Lommel, ...
Q204a Mechelen,
L312p Neerpelt,
Q208p Vijlen,
Q117a Waubach),
[mest]hø̄ ̞pkǝ (Q193p Gronsveld, ...
Q198b Oost-Maarland,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
[mest]hø̄pkǝ (Q113p Heerlen, ...
L432a Koningsbosch,
Q033p Oirsbeek),
[mest]hø̄ǝpkǝ (Q034p Merkelbeek, ...
Q117b Rimburg),
[mest]hø̜i̯pkǝ (Q102p Amby, ...
L324p Baexem,
Q103p Berg / Terblijt,
L269p Blerick,
Q096a Borgharen,
L428p Born,
L431p Dieteren,
L430p Einighausen,
L328p Heel,
Q105p Heer,
L292p Heythuysen,
L320p Hunsel,
L289a Hushoven,
L434p Limbricht,
Q009p Maasmechelen,
Q095p Maastricht,
L292a Maxet,
L382p Montfort,
L288p Nederweert,
L294p Neer,
L322a Nunhem,
L288a Ospel,
L381b Peij,
Q032a Puth,
L373p Roosteren,
Q098p Schimmert,
Q101a Sibbe / IJzeren,
Q031p Spaubeek,
Q015p Stein,
L378p Stevensweert,
L432p Susteren,
Q014p Urmond,
L271p Venlo,
L289p Weert),
[mest]hø̜pkǝ (L192b Aijen, ...
L244c America,
L295p Baarlo,
L192p Bergen,
L269p Blerick,
L164p Gennep,
L214a Geysteren,
Q113p Heerlen,
L291p Helden,
L246p Horst,
Q109p Hulsberg,
L248p Lottum,
L265p Meijel,
L246b Melderslo,
L209p Merselo,
L163a Milsbeek,
L115p Mook,
Q197p Noorbeek,
L216p Oirlo,
P222p Opheers,
L163p Ottersum,
L290p Panningen,
L381a Putbroek,
Q032a Puth,
Q203a Reijmerstok,
L266p Sevenum,
L192a Siebengewald,
Q197a Terlinden,
Q162p Tongeren,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L386p Vlodrop,
L214p Wanssum,
L215a Wellerlooi),
(mv [mest]hø̄fjǝrǝ)
[mest]hø̄fjǝ (Q211p Bocholtz, ...
Q222p Vaals),
mesthoppel:
(mv [mest]høpǝlǝ)
męshøpǝl (Q036p Nuth),
mesthoppertje:
męshø̜pǝrkǝ (L426p Buchten),
mestmijt:
męstmī.t (L371p Ophoven),
mestvlag:
(mv [mest]vlagǝ)
mest˲vlax (K353p Tessenderlo),
mijt:
mīt (L332p Maasniel, ...
L270p Tegelen),
mijt mest:
mīt męst (L374p Thorn),
vaalt:
vālt (L332p Maasniel)
|
Met de hieronder volgende termen wordt het hoopje mest bedoeld, dat men telkens met de mesthaak van de kar aftrekt. De gegevens die aan dit lemma hoofdzakelijk ten grondslag liggen, zijn tweeërlei: enkelvoudsvormen, verkregen door N 11, 18, en meervoudsvormen n.a.v. A 9, 30. Bij de bewerking van het materiaal konden uit de meervoudsvormen - als dat nodig was - enkelvouden worden afgeleid. Omdat het bij de bemesting van het land doorgaans om meerdere, ja zelfs rijen mesthoopjes gaat, is per woordtype achter de varianten of achter de plaatsnummers zoveel mogelijk de meervoudsvorm vermeld. Bij varianten van de typen hoopje (mest) en mesthoopje echter is het meervoud weggelaten, omdat het - behoudens een enkele, apart gedocumenteerde uitzondering - allerwegen met -s gevormd blijkt te worden. De termen aan het eind van dit lemma betreffen niet het hierboven bedoelde mesthoopje, maar een grote hoeveelheid mest die men, wanneer de mestvaalt vol zat en er op het erf geen plaats voor was, naar het land reed en daar op een bepaalde plaats op een hoop zette. Voor het (...)-deel van de betrokken varianten hieronder zie men het lemma (stal)mest. [N 11, 18 + 19; N 11A, 20a + b; A 9, 31]
I-1
|