29662 |
modderkar |
houteren wagen:
høltǝrǝ wǭgǝ (L163a Milsbeek
[(bestuurd door de teugelaar: tø̄̄gǝlǝr)]
),
kiepwagen:
kipwā.gǝ (L322a Nunhem),
leemkar:
lēmkār (Q083p Bilzen),
lē̜jmkar (Q111p Klimmen),
lęjmkɛr (L322a Nunhem),
leemwagel:
lī̄jǝmwāgǝl (P047p Loksbergen),
lēmwǭgǝl (Q083p Bilzen),
plateauwagen:
platōwān (Q121b Spekholzerheide
[(platte wagen op rails)]
),
remorque-tje:
rǝmǫrkskǝ (Q083p Bilzen),
schubkarre:
šupkār (Q211p Bocholtz, ...
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
schurgkar:
šø̜rǝxkar (Q020p Sittard),
schurgskar:
šørǝxskar (L322a Nunhem),
šørǝxskār (Q017p Elsloo, ...
Q121p Kerkrade),
šø̜rǝxskar (Q111p Klimmen),
taai(e)-kar:
tę ̞j(ǝ)kar (L381p Echt
[(platte kruiwagen om de bereide ø̄̄taaieø̄̄ klei te vervoeren)]
)
|
De kruiwagen of kar waarmee de bereide klei naar de vormtafel wordt vervoerd. [N 98, 72; monogr.]
II-8
|