29660 |
modderkruier |
leemjong:
lēmjǫŋ (Q121b Spekholzerheide),
leemlader:
lęjmlājǝr (L322a Nunhem),
leemschurger:
lęjmšørǝgǝr (Q017p Elsloo),
lęjmšø̜rǝgǝr (Q020p Sittard),
leemtrammer:
lē̜jmtramǝr (L290p Panningen),
modderlader:
mǫdǝrlǭjǝr (L163a Milsbeek),
schurger:
šørǝjǝr (Q121p Kerkrade),
uitdrager:
ǫwt˱drē̜gǝr (Q083p Bilzen
[(meestal vrouwen)]
),
vogeldrager:
vuǝgǝldrē̜gǝr (Q083p Bilzen
[(hier niet gebruikelijk)]
),
vōgǝldrāgǝr (L322a Nunhem),
(mv)
vuǝgǝldrē̜gǝš (Q111p Klimmen)
|
Arbeider die de bereide klei naar de vormtafel brengt, hetzij in een bak die hij op de nek draagt, hetzij met een kruiwagen of door middel van kipkarren. Zie ook Limburgs Idioticon, pag. 277 s.v. vogeldrager: ø̄̄Degene die bij de brikken- of tichelovens den vogel draagt (...). Geh. Genck.ø̄̄ [N 98, 70; monogr.]
II-8
|