| 25983 |
molenerf |
geleeg:
gǝlēx (K353p Tessenderlo),
giele-erf:
gīlǝɛrf (P051p Lummen),
molenerf:
[molen]ęrǝf (L289p Weert),
[molen]ɛrf (L430p Einighausen, ...
P051p Lummen),
mø̄lǝnęrf (L164p Gennep, ...
L265p Meijel,
L432p Susteren),
mø̜̄lǝnęrf (L292a Maxet),
molengrond:
[molen]gront (L316p Kaulille),
molenhof:
[molen]hōf (L330p Herten),
molenplaats:
[molen]plāts (L289p Weert),
molenveld:
[molen]vęljt (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
rondom de molen:
rontjom dǝ mø̄lǝ (L374p Thorn)
|
Het erf rond de molen, eventueel ook de ruimte eromheen. Het woordtype giele-erf (P 51) is waarschijnlijk een toponiem. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel ømolenŋ- het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 39b]
II-3
|