26335 |
molenhuis |
molen:
[molen] (P187p Berlingen, ...
Q160p Bommershoven,
Q159p Broekom,
Q160a Haren,
Q077p Hoeselt,
P176p Sint-Truiden,
Q078p Wellen),
molenhuis:
mȳǝ.lǝhūǝ.s (L372p Maaseik),
mø̄jlǝhø̜ǝs (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
Q164p Heks,
P188p Hoepertingen,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
mø̄lǝhø̜js (P177a Ordingen),
mīǝ.lǝhȳ.s (L417p As, ...
L368p Neeroeteren,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren)
|
Het gebouw waarin het maalproces plaatsvindt. Het woordtype molenhuis wordt over het algemeen zelden gebruikt. Gewoonlijk zegt men tegen het gebouw waarin het molenwerk zich bevindt eenvoudigweg molen. Zie ook het lemma ɛmolenɛ.' [Jan 86; Grof 95]
II-3
|