e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mompelend heen en weer draaien aanstellen: aansjtèlle (Ten-Esschen/Weustenrade), beuken: boëken (Boekend), bromberen: bròmbèrə (Venlo), dazen: daaze (Schimmert, ... ), dollen: dölle (Maastricht), drentelen: drènjtələ (Susteren), grauwelen: grauwele (Herten (bij Roermond)), grauwelle (Vlodrop), grâûwele (Schimmert), grauwelent?rre (bn.): grouwelentère (Noorbeek, ... ), grommelen: groemele (Jeuk), grommele (Venlo), grommələ (Leopoldsburg), jengelen: jengelen (Montfort), knoteren: knootere (Geleen, ... ), knotere (Maastricht), leuteren: leutere (Merkelbeek), mokken: mokkə (Montfort), moksen: moekse (Kunrade), mompelen: (moompele) (Oirlo), monken: monke (Kunrade), mummelen: miemele (Maastricht), moemele (Venray), rauwelen: rauwele (Vaals), rauwèlè (Heerlerbaan/Kaumer), smoesjanken: [vgl. WNT, WBD: moesjanken]  smoesjánke (Ittervoort), trippelen: trippelen (Eksel), wispelen: wiespele (Kerkrade), wriemelen: wriemele (Posterholt) Mompelend heen en weer draaien (moesjanken). [N 84 (1981)] III-1-2