29748 |
monden |
jachten:
jaxtǝ (Q083p Bilzen
[(id)]
),
kanalen:
kanā.lǝ (L322a Nunhem
[(stookgangen in de inzet)]
),
kolenjachten:
kuǝlǝjaxtǝ (Q083p Bilzen
[(stookkanalen)]
),
kolenmuilen:
kuǝlǝmawlǝ (Q083p Bilzen
[(enkelvoud: kuǝlǝmawǝl)]
),
loftschichten:
lofšixtǝ (Q121p Kerkrade),
monden:
møn (Q111p Klimmen),
mǫndǝ (L163a Milsbeek),
mondgaten:
mǫnt˲gā.tǝ (L163a Milsbeek, ...
L322a Nunhem),
muilen:
mø̜̜̄̄lǝ (P047p Loksbergen),
mǫwlǝ (Q083p Bilzen),
onderoven:
ǫndǝrōvǝ (P176p Sint-Truiden),
ovengaten:
ōvǝgātǝ (L290p Panningen),
ovenspijpen:
ǭvǝspī̄pǝ (Q017p Elsloo),
pijpen:
pī̄.pǝ (L322a Nunhem),
pī̄fǝ (Q211p Bocholtz),
pilaartjes:
pilē̜rkǝs (Q083p Bilzen
[(soort verticale schoorsteentjes: gebouwd met de vormelingen ter hoogte van kruispunten van jachten)]
),
stookgaten:
štōk˲gātǝ (L290p Panningen),
stookloker:
štǭxlø̜xǝr (Q121p Kerkrade
[(enkelvoud: štǭxlǭx: aan de onderzijde van de oven)]
),
trekloker:
trę ̞klǭkǝr (Q111p Klimmen),
vuurmonden:
vȳrmønj (Q020p Sittard
[(enkelvoud: vȳrmontj)]
)
|
Stookgaten in de zijmuren van de veldoven; bij uitbreiding ook de stookgangen uitgespaard in de inzet, die de verbinding vormen tussen de twee monden in de zijmuren. In het begin van de baktijd gooiden de stokers hier hout en turf naar binnen; was de oven heet genoeg, dan werden de monden afgesloten. [N 98, 114; monogr.; N 98, 140 add.]
II-8
|