e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
natuursteen andernachse: andernachse (Kuringen, ... ), andǝrnɛxsǝ (Aldeneik), bakkersmolen: bękǝrsmø̄lǝ (Gennep  [(harde steen om grof te malen)]  ), blauwe engelse: blawǝ ęŋǝlsǝ (Kessenich), blauwe natuursteen: blauwe natuursteen (Maasniel), blauwe steen: blauwe steen (Gennep, ... ), blaw stęjn (Weert  [(harde steen om grof te malen)]  ), blaw štęjn (Herten), blawǝ stęj.n (Aldeneik, ... ), blawǝ stęjn (Maxet, ... ), blawǝ stīǝn (Meijel), blá stęjn (Tongeren), blá stę̄.n (Sluizen), bláǝ stę̄.n (Mal), blő̜wǝ stɛjn (Heks), blǫwǝ stę̄.n (Kanne, ... ), blǫwǝ štęjn (Sittard, ... ), blǭ štē (Mechelen), (mv)  blā stin (Peer), botse steen: bǫtsǝ stin (Lauw), breuksteen: breuksteen (Rumpen), brø̄kstęjn (Maaseik  [(uit Wallonië)]  ), brø̄kštęjn (Susteren, ... ), broksteen: broxštē (Bleijerheide, ... ), (mv)  broxšteŋ (Eys), ceramieksteen: ceramieksteen (Bilzen), duitse steen: duitse steen (Alt-Hoeselt, ... ), dø̜jtsǝ stiǝn (Meijel), dø̜jtsǝ stęj.n (Opitter), dø̜jtsǝ štęjn (Susteren  [(harde steen om grof te malen)]  ), engelse steen: ɛŋǝlsǝ stīǝn (Sint-Truiden  [(wit van kleur)]  ), franse steen: franse steen (Alt-Hoeselt, ... ), fransǝ stīǝn (Sint-Truiden  [(blauw van kleur)]  ), fransǝ stɛjn (Groot-Gelmen, ... ), gegoten steen: gǝgōtǝ stęj.n (Maaseik), grove steen: grōvǝ štē (Mechelen  [(harde steen om grof te malen)]  ), halfengelse steen: halfengelse steen (Voerendaal), moellon: mǝlon (Beverst, ... ), mǝloŋ (Bree, ... ), mǝlō (Bevingen), mǝlōn (Tessenderlo), mǝlǫn (Lummen), mǝlǫŋ (Houthalen), mǝlǭ (Beverst), (mv)  mulǫns (Mal), moellonsteen: mǝlonstēn (Genk), mǝloŋstęjn (Stokkem), mǝlǫnstin (Koersel), natuursteen: natȳ.rstęj.n (Aldeneik), natȳ.rstę̄.n (Kanne, ... ), natȳrstiǝn (Paal  [(harde steen om grof te malen)]  ), natȳrstēǝn (Hoeselt), natȳrstęjn (Weert), natȳrstīǝn (Ordingen, ... ), natȳrstɛjn (Alken, ... ), natȳrštēn (Rijckholt), natȳrštęjn (Klimmen, ... ), natørstɛjn (Groot-Gelmen), natø̄.rstęj.n (Ittervoort, ... ), natø̄rstęjn (Tungelroy), natø̜jǝrstīn (Lummen  [(harde steen om grof te malen)]  ), natē.rstęj.n (As, ... ), nātyjǝrstējǝn (Lommel), nǝtø̄rstęjn (Maasbree), nǝtø̄rštęjn (Helden), (mv)  natȳ.rstɛjn (Lanaken), natȳ.rštɛjn (Maastricht), natūrštēn (Jabeek), platte moellon: platǝ mǝlō (Bevingen), schrale steen: sxrǭl stēǝn (Gennep  [(harde steen om grof te malen)]  ), stolberger: stolberger (Voerendaal), tufsteen: tøfstęjn (Susteren), zachte steen: zaxtǝ stiǝn (Lummen) In de natuur aangetroffen steen die al dan niet met gereedschappen bewerkt is. In het eerste geval spreekt men van breuksteen, in het tweede van gehouwen steen. Tot de natuursteen worden onder meer kalksteen of hardsteen, graniet, zandsteen en tufsteen gerekend. De natuursteen staat in tegenstelling tot de kunststeen, die uit verschillende grondstoffen vervaardigd wordt. Zie ook de lemmata 'Hardsteen' en 'Zandsteen'. [N 30, 55c; N 30, 55g; N 30, 56; N 31, 31a; monogr.] || Molensteen vervaardigd uit natuursteen. De natuursteen is in het algemeen afkomstig uit steengroeven van het Duitse Eifelgebergte. Het betreft een zeer poreuze lavasteen die een groot snijdend vermogen heeft en dus uitermate geschikt is voor het malen van tarwe en rogge. De steen is echter snel afgesleten en moet zeer vaak gescherpt worden. Het woordtype franse steen, eigenlijk een kunststeen, is in dit lemma opgenomen omdat de betreffende molenaars ook deze steen als een natuursteen beschouwen. Hetzelfde geldt voor de woordtypen gegoten steen (l 372), ceramieksteen (Q 83), engelse steen (P 176), halfengelse (Q 112) en blauwe engelse (steen) (l 370). De drie laatstgenoemde woordtypen zijn benamingen voor een verbeterde soort Franse steen, vervaardigd van hardere zoetwaterkwarts, die naar Engeland werd geëxporteerd. De halfengelse steen houdt wat hardheid betreft het midden tussen een Franse steen en een Engelse steen. [N O, 17e; Vds 182; Jan 174; Coe 117; Grof 139; N D, 5; N O, 17h; N O, 17i] II-3, II-9