30245 |
onderdorpel |
gîte d'eau:
šidō (Q015p Stein),
onderdorpel:
oŋǝrdølpǝr (Q121c Bleijerheide),
oŋǝrdørpǝl (Q018p Geulle),
oŋǝrdø̜rpǝl (L387p Posterholt, ...
L385p Sint Odilienberg,
Q015p Stein),
ōndǝrdø̜rpǝl (L163p Ottersum),
raamdorpel:
rāmdø̜rpǝl (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
steenlijst:
stijǝnlɛst (K353p Tessenderlo)
|
De onderste horizontale regel van een raam- of deurkozijn. Voor buitendeur- of buitenraamkozijnen werd de onderdorpel vroeger meestal uit eikehout of natuursteen vervaardigd, bij binnendeurkozijnen uit vure- of dennehout, soms uit eikehout. Tegenwoordig wordt ook hardhout, kunststof en metaal gebruikt. [N 55, 7c; monogr.]
II-9
|