26974 |
oplegger |
bergisch scharnier:
bɛrješ šarnēr (Q121c Bleijerheide),
oplegger:
oplɛgǝr (L244b Griendtsveen, ...
L265p Meijel,
L245p Meterik,
L288a Ospel,
L266p Sevenum),
oplegscharnier:
ǫplęqšǝrnēr (L387p Posterholt),
platte scharnier:
plat(ǝ) šǝrnēr (L330p Herten),
scharnier:
šarnēr (Q204a Mechelen),
vleugelscharnier:
vlø̄gǝlsxarnēr (L271p Venlo),
zwaluwstaartscharnier:
swɛlfstartsxarnīr (L163p Ottersum)
|
Belangrijk werktuig voor de turfgraver. De kruk, steel en spade zijn van hout, waarbij steel en spade uit één stuk zijn gemaakt. De steel is ongeveer 50 cm lang. Op het houtwerk van de spade zit een stalen bek geklonken. Met de oplegger licht de turfgraver de turven uit de bank. [II, 40a] || Scharnier dat niet in het hout wordt ingelaten, maar er bovenop gespijkerd of geschroefd wordt. Het 'Bergse scharnier' heeft twee zwaluwstaartvormige bladen die met een losse bout aan elkaar zijn bevestigd. Zie ook afb. 61. [N 54, 82]
II-4, II-9
|