28883 |
paskoordnaald |
dikke naalde:
dekǝ nǭlžǝ (Q088p Lanaken),
gim:
gem (Q099p Meerssen),
gimfnaald:
gemfnǭlt (Q111q Ransdaal),
gimfnǫlt (Q112p Voerendaal),
gimfnaalde:
gemfnǭlj (L433p Nieuwstadt),
gimnaald:
gimnǭlt (L270p Tegelen),
gimnaalde:
gemnǭjǝ (Q095p Maastricht),
gemnǭlj (Q015p Stein),
gimpenaald:
jimpǝnǫlt (Q121c Bleijerheide),
gimpnaald:
gimpnǫlt (L271p Venlo),
gēmpnalt (L246p Horst),
gimpnaalde:
gempnǭj (Q027p Doenrade),
gempnǭlj (L428p Born, ...
L381p Echt,
L330p Herten),
knoopsgatennaald:
knǭpsgātǝnǭljt (Q032p Schinnen),
knoopskoternaald:
knōpsk-tǝrnǭlt (Q003p Genk),
paskoordnaald:
paskoordnaald (Q003p Genk),
rimmer:
remǝr (L416p Opglabbeek),
spang:
spaŋ (L368p Neeroeteren),
troggelnaald:
trǫgǝlnǫlt (Q200p s-Gravenvoeren)
|
Tijdens het bevestigen van het paskoord rondom het te maken knoopsgat gebruikt men de paskoordnaald om het paskoord aan te hechten en strak en vlak langs de snede van het knoopsgat te spannen (Papenhuyzen III, pag. 17). De paskoordnaald is 6 à 8 cm lang en loopt naar het oog wat dik toe. Het oog is flink groot, omdat het paskoord erdoorheen moet (idem, pag. 12). Zie afb. 10. [N 59, 12]
II-7
|