31404 |
penboor |
boorgeleider:
bǭrgǝlęjdǝr (L382p Montfort),
cilinderboor:
silendǝrbǭr (Q113p Heerlen),
geleidpen:
gǝlęjpęn (L299p Reuver),
penboor:
pęnbǭr (L217p Meerlo
[(om gat groter te boren)]
),
pɛn˱bō̜r (L165p Heijen),
vergrootboor:
vǝrgrūt˱bǫwr (P176b Bevingen),
voorloper:
vø̜rlø̜pǝr (Q095p Maastricht)
|
Boorijzer waarvan de schacht uitloopt in een cilindervormige pen. Aan beide zijden van de pen bevinden zich twee loodrecht op de booras staande snijvlakken. De boor wordt gebruikt om een bestaand boorgat groter te maken. De pen van de boor wordt daartoe in het voorgeboorde gat geplaatst. Zie ook afb. 113. [N 33, 146]
II-11
|