31772 |
raamzaag |
fineerzeeg:
fenē̜rz ̇ē̜x (L329p Roermond),
fǝnērzē̜x (L381p Echt),
fǝnē̜rzē̜x (L434p Limbricht),
furnierzeeg:
furnērzē̜x (Q101p Valkenburg),
kuilzeeg:
kǫwlzē̜x (Q003p Genk),
lattenzeeg:
latǝzē̜x (L417p As),
raamzeeg:
rā.mzē̜.x (Q020p Sittard),
rāmzē̜x (L417p As, ...
L328p Heel
[(voor het zagen van bomen tot planken)]
,
L330p Herten
[(met draaibaar handvat)]
,
L434p Limbricht),
rǭmzēx (Q071p Diepenbeek),
rǭmzē̜x (Q083p Bilzen)
|
Zware spanzaag waarbij het blad midden in het zaagraam verticaal bevestigd is. Zie ook afb. 21. De raamzaag werd door verschillende houtbewerkende beroepen gebruikt. Ook bij de houtzager was een, meestal vrij zware, uitvoering van de raamzaag bekend. Ze lag doorgaans boven een kuil, de zaagkuil, en werd gebruikt voor het zagen van latten en planken. De kuil werd zeegkuil genoemd in As (L 417; zē̜xkūl) en Diepenbeek (Q 71; zēxkǫwl). [N 50, 58; N 75, 116d; N G, 23c add; monogr.; div.]
II-12
|