| 20083 |
randjesbloem |
begijntje:
begiensje (Q098p Schimmert),
idiosyncr.
begientje (L374p Thorn),
ganzenkruid:
ganzekruid (P219p Jeuk),
hennenkruid:
hinnekrödje (P219p Jeuk),
muur:
\'idem\' (?)
muur (P219p Jeuk),
muurbloem:
muurbloem (L246p Horst),
randbloem:
-
randjbloom (L318b Tungelroy),
randjesbloem:
rendjes-bloem (L216p Oirlo),
geen aparte naam
randjesbloem (Q103p Berg-en-Terblijt),
rijstepap:
WBD
riessepàp (L266p Sevenum)
|
randjesbloem [DC 60a (1985)] || Randjesbloem (arabis alpina/caucasica). De bloemen zijn groot en room-wit, ongeveer 15 mm groot (de kroonbladeren wijd uitgespreid), en zij groeien in dichte trossen; onder aan de hoofdstengels zitten ook korte zijstengels zonder bloemen, ze zijn ondiep i [N 92 (1982)] || Randjesbloem (Arabis caucasica Willd.). De bloemen zijn groot en room-wit, ongeveer 15 mm groot (de kroonbladeren wijd uitgespreid), en zij groeien in dichte trossen; onder aan de hoofdstengels zitten ook korte zijstengels zonder bloemen, ze zijn ondiep i [N 92 (1982)]
III-2-1
|