e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
reumatiek flerecijn: flaorəsééjən (Loksbergen), fle-re-cijn (Peer), fleeres (Peer), flerecijn (Gruitrode, ... ), flerecién (Hechtel), fleresien (Opoeteren), fleresijn (Peer), flerəsɛiən (Dilsen), fleurecijn (Houthalen), fleuresien (Neerpelt), flērezi-jn (As), flijrəsin (Overpelt), florresien (Meeuwen), florəsɛin (Overpelt), flèrecien (Gruitrode), flèresi-jn (Bree), flérisien (Neeroeteren), flørəsīn (Overpelt), flərəzīēn (Opglabbeek), Overal.  fleeresien (Bree), WNT: flerecijn, blijkbaar ontleend aan fr. pleurésie.  fleuresijn (Lommel), gicht: gech (Opgrimbie, ... ), gecht (Dilsen), gĕĕch (Waltwilder), gich (Epen, ... ), gicht (Elen, ... ), giech (Maastricht), gieg (Maastricht), gig (Geleen, ... ), gigt (Maaseik), gêch (Vlijtingen), jeuk: juuk (Bocholt), jicht: jaeich (Guigoven), jech (Hasselt, ... ), jecht (Brustem, ... ), jeech (Hoepertingen, ... ), jeecht (Stokrooie), jeg (Bilzen), jegt (Neerpelt), jeig (Zepperen), jeigt (Groot-Gelmen), jejch (Hoepertingen), jeucht (Zonhoven), jeïch (Diepenbeek), jēch (Alken, ... ), jeͅicht (Diepenbeek), jich (Lanklaar, ... ), jicht (As, ... ), jig (Wijnandsrade), jigt (Diepenbeek), jijg (Wintershoven), jèch (Hasselt), jècht (Hasselt, ... ), jèèch (Wellen), jɛ(ig)ch (Rijkel), Vooral in de benen.  jicht (Bree), knobbeljicht: knóbbeljicht (As), kramer: kriemer (Bree, ... ), krieëmer (Herten (bij Roermond)), reuma: reuma (Maastricht), reumà (Susteren), reumáá (Venlo), rheuma (Merkelbeek), ruima (Vaals), reumatiek: (spier)rimmetiek (Maastricht), ramatikəleͅkə (Herk-de-Stad), re-ma-tiek (Peer), rematiek (Koninksem), remetiek (Achel, ... ), remetik (Neeroeteren), remmetiek (Neer), remmetik (Sittard), remətiek (Reppel), reumathiek (Hamont), reumatiek (Amby, ... ), reumatik (Geleen), reumetiek (Thorn), reumetiēk (Blerick), reummetiek (Noorbeek, ... ), reumətīēk (Nieuwenhagen), rĕmĕtiĕk (Maastricht), rheumatiek (Gulpen, ... ), rhumatiek (Kaulille, ... ), rhumatik (Maaseik), rhömetiek (Wolder/Oud-Vroenhoven), rhümathiek (Kaulille), rimetiek (Hamont, ... ), rimmatīēk (Opglabbeek), rimmetiek (Bree, ... ), rimmətiek (Kapel-in-t-Zand, ... ), rimmətiĕk (Meijel, ... ), rimmətīēk (Schimmert), riməti.k (Meeuwen), rumatiek (Achel, ... ), rumattik (Halen), rummatiek (Schinnen, ... ), rummetiek (Blerick, ... ), rummetik (Bocholt, ... ), rummutiek (Brunssum), rummətiek (Heel, ... ), rummətiĕk (Amstenrade, ... ), rummətik (Brunssum), rumətiek (Reuver), ruumatiek (Schimmert), rymatik (Bree), rymətik (Overpelt), rêûmmetiek (Swalmen), römötiĕk (Stevensweert), römətik (Mopertingen), rø.maati.k (Ingber), rø.mati.k (Eys), rømətīk (Hamont), rùmmetīek (Sevenum), rəmatiek (Hasselt), rəmətik (Gutshoven), Of ook vleegende rimmetiek?  rimmetiek (Maastricht), reumatis: remetis (Jeuk), reumatis (Leopoldsburg), rheumatisch (Neerpelt), rhumatis (Hechtel), rumatis (Gruitrode, ... ), rummetis (Hoeselt), rymətes (Diepenbeek), ràmətis (Loksbergen), römetis (Beverlo), Nieuw.  rumətis (Stokkem), reumatisme: rhumatisme (Neeroeteren), rumatism (Sint-Truiden), rømətismə (Neerpelt), vliegende gicht: vleegende gich (Geleen), vleegende gieg (Maastricht), vleegende giĕg (Oirsbeek), vleegendə gich (Doenrade), vlegende gich (Gulpen), vlegende giech (Eijsden), vlegende gig (Posterholt), vlegendje gicht (Nunhem), vlēgəndə gech (Opgrimbie), vliegende gèch (Eigenbilzen), vlīegende gig (Schimmert), vliegende jicht: vlegəndə jig (Wijnandsrade), vlēgende jicht (As), vliegende tering: vlegende téring (Susteren), vliegende vaan: vleegende vaan (Sevenum), vliegende vaan (Tienray, ... ), (Al tamelijk oud begrip)  vliegende vaan (Meerlo), weerpijn: wèrpin (Bree), Uitzonderlijk.  wièrpien (Bocholt) reumatiek || Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)] || reumatiek: hoe heet de gewrichtspijn die vooral bij bejaarde mensen voorkomt (fr. rhumatisme) ? [ZND 42 (1943)] III-1-2