31409 |
rivettenboor |
boor:
bǫwr (P176b Bevingen),
gatboor:
gat˱bōr (L216a Oostrum),
holboor:
hǫlbǭr (L217p Meerlo, ...
L213p Well),
rivettenboor:
rǝvɛtǝbǭr (L165p Heijen),
steekboor:
štē̜k˱bǭr (Q111p Klimmen),
verlengboor:
vǝrleŋbōr (L291p Helden
[(dient om een dun eind aan een dikke staaf te verlengen)]
, ...
L290p Panningen)
|
Hol boorijzer waarmee de doorsnede van (een deel van) een dikke spijl of staaf verkleind kan worden. De boor wordt onder meer gebruikt bij het vervaardigen van de staven voor roosterwerk. Zie ook afb. 119. [N 33, 149]
II-11
|