32710 |
rondploegen |
bouwen met een brabander:
bǫu̯ǝ met˱ ǝnǝn˱ brǭbɛ ̝ndǝr (L248p Lottum),
in de ronde varen:
in dǝ rø̜ndǝ vǭǝrǝ (Q194p Rijckholt),
met de rondgaande ploeg bouwen:
met ˲dǝ rõnt˲gandǝ plōx˱ bǫu̯ǝ (L246p Horst),
met een omganger bouwen:
met˱ ęnǝn ømgɛ ̝ŋǝr bǫu̯ǝ (L192b Aijen),
omgaand bouwen:
ømgó̜nt˱ bǫu̯ǝ (L209p Merselo),
rondakkeren:
rõ̜.nt˱ákǝrǝ (P186p Gelinden),
rondbouwen:
ro.nt˱bǫu̯ǝ (L246p Horst),
ro.ŋk(t)˱bǫu̯ǝ (L265b Kronenberg),
rõnt˱bǫu̯ǝ (L165p Heijen, ...
L115p Mook,
L216p Oirlo,
L192a Siebengewald),
rondploegen:
ront[ploegen] (L289p Weert),
roŋk[ploegen] (Q211p Bocholtz),
rõ.nt[ploegen] (Q191p Cadier, ...
Q195p Sint Geertruid,
Q187p Sint Pieter),
rondrijden:
rǫ.ntrę̄ǝ (P052p Schulen),
rǫntrę̄ǝ (P044p Zelem),
rondvaren:
ro.nt˲vǭ.rǝ (Q242p Diets-Heur, ...
Q174p Herderen,
Q177p Millen,
Q175p Riemst),
ro.ŋk˲vãrǝ (Q116p Simpelveld
[(met brabander)]
),
ronjtj˲vãrǝ (L292p Heythuysen, ...
L331p Swalmen),
rõ.nt˲vã.rǝ (L361p Tongerlo),
rōnt˲vǭǝrǝ (Q194p Rijckholt),
rǫ.nt˲vǭ.rǝ (Q163p Berg, ...
Q094p Hees,
Q081a Heesveld-Eik)
|
Met rondploegen, dat met een enkele, dus niet-wentelbare ploeg gedaan werd, kan vooreerst alleen de ploegwijze worden bedoeld, waarbij men zonder keerstrook het ene jaar midden op de akker begint en in de rondte gaat tot men de zijden van de akker bereikt heeft, en het andere jaar weer in de rondte andersom ploegt. Maar verder kan men onder rondploegen ook het bijeen- en het uiteenploegen tezamen verstaan; hierbij wordt de rondte gevormd door de beide voren die men telkens (op- of af-)ploegt en de sleepgang van de ploeg over de beide keerstroken. Voor de specifieke termen zie men de beide voorafgaande lemmata. [N 11, 48add.;N 11A, 118; JG 1a + 1b add.; A 33, 1 add.]
I-1
|