e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schiefelbeen griffelbeentje: grefǝlbęi̯nkǝ (Haelen  [(achterbeen met twee priemvormige beentjes)]  ), jeuksel: jø̄ksǝl (Smeermaas), krauw: krōu̯ (Moresnet), krǫu̯ (Klimmen), krǭu̯ (Sint-Martens-Voeren, ... ), krauwsel: krø̜u̯sǝl (s-Gravenvoeren), overbeen: evǝrbīn (Hasselt), (mv)  øi̯vǝrbei̯nkǝs (Hoepertingen), schelpjes: šęlǝpkǝs (Opglabbeek  [(schelp: roof op een genezende wonde)]  ), schiefelbeen: sxȳfǝlbēn (Ottersum), šivǝlbęi̯n (Rothem), šyfǝlbęi̯n (Tegelen), šȳfǝlbęi̯n (Baarlo), šīfǝlbē̜i̯n (Sittard), schiefelbeentje: sxȳfǝlbē̜ntjǝ (Venray), šīfǝlbęi̯nkǝ (Swalmen), schiefelbeentjes: šifǝlbęi̯nkǝs (Maasniel), šifǝlbęi̯ntšǝs (Valkenburg), šȳfǝlbęi̯nkǝs (Haelen), šēvǝlbęŋkǝs (Hoensbroek), schiefeltjes: skø̜fǝlkǝs (Opheers), sxefǝlkǝs (Nederweert), sxyfǝlkǝs (Bergen), sxȳfǝlkǝs (Meijel, ... ), sxø̜fǝlkǝs (Berverlo, ... ), sxęfǝlkǝs (Hasselt), šøfǝlkǝs (Kanne), schiever: šivǝr (Remersdaal  [(l/r-wisseling met schiefel)]  ), schieverbeentjes: šēvǝrbęi̯nkǝs (Nederweert, ... ), šē̜vǝrbęi̯nkǝs (Haelen), šīvǝrbęi̯nkǝs (Stramproy), schilferen (ww.): šelǝvǝrǝ (Klimmen), schilfertjes: sxø̜lǝvǝrkǝs (Neerpelt), šęlǝfǝrkǝs (Neeroeteren), schurft: skø̜rǝft (Paal), sxørǝf (Koersel), sxø̜rǝf (Diepenbeek, ... ), sxø̜rǝft (Achel), šørǝf (Urmond), šø̜rǝf (Tongeren), šęrǝf (Bilzen, ... ) Schiefels zijn harde beenwoekeringen aan het het pijpbeen, bij jonge paarden meestal aan het voorbeen onder de knie, als gevolg van bepaalde spanningen, stoten, strijken e.d. Als deze afwijking het kniegewricht of de buigpezen verhindert goed te functioneren, kan ze een peesontsteking veroorzaken, met chronische kreupelheid als gevolg, wat zelden voorkomt. De beenvorming blijft evenwel. Zie afbeelding 22. [N 8, 32.6, 32.14, 90d en 90e; monogr.] I-9