25366 |
schietmasker |
boemel:
bumǝl (Q118a Terwinselen
[(niet van ijzer)]
),
cashpistool:
cashpistool (Q036p Nuth),
geweer:
gǝwē̜r (L312p Neerpelt),
geweertje:
gǝwīrkǝ (L366p Gruitrode),
handrevolver:
hantrǝvǫlvǝr (Q009p Maasmechelen),
ijzeren schietmasker:
izǝrǝ šesmaskǝr (Q121c Bleijerheide),
īzǝrǝ šētmaskǝ (Q095p Maastricht),
īzǝrǝ šētmaskǝr (L362p Opitter),
kaproen:
kǝprǫǝn (P057p Kuringen),
masker:
maskǝ (Q156p Borgloon),
maskǝr (K358p Beringen, ...
Q039p Hoensbroek,
P117p Nieuwerkerken),
pistool:
pistool (P120p Alken),
pǝstǭl (L426p Buchten),
pistooltje:
peštø̜lkǝ (L331p Swalmen),
revolver:
ręvolǝvǝr (P108p Grazen),
rǝvolvǝr (P176p Sint-Truiden),
schietapparaat:
schietapparaat (L211p Leunen),
šesapǝrāt (Q121p Kerkrade),
šētaparāt (Q113p Heerlen, ...
Q095p Maastricht),
šētapǝrāt (L426p Buchten, ...
Q099q Rothem),
schietgerei:
šētgǝręj (L292p Heythuysen),
schietgetuig:
šī.tgǝtyx (L290p Panningen),
schietgeweer:
sxītgǝwē̜r (L163p Ottersum),
šētgǝwēr (Q117a Waubach),
schietkap:
šētkap (Q202p Eys),
schietmasker:
sxētmaskǝ (L269p Blerick),
sxētmaskǝr (L289p Weert),
šø̄tmaskǝr (Q198p Eijsden
[(vroeger met scherpe patronen- later met los kruit)]
),
šētmaskǝ (Q103p Berg / Terblijt, ...
Q095p Maastricht,
L270p Tegelen),
šētmaskǝr (Q019p Beek, ...
L320a Ell,
Q018p Geulle,
Q203p Gulpen,
Q039p Hoensbroek,
L325p Horn,
Q204a Mechelen,
L321p Neeritter,
L318b Tungelroy),
šītmaskǝr (L265p Meijel),
schietschijf:
šęjtšīf (Q020p Sittard),
slachtrevolver:
slāxtrǝvolvǝr (L312p Neerpelt)
|
Het schietmasker, officieel het "penschietmasker" genoemd, is een dikke, stalen pijp, ongeveer 20 cm lang, aan een uiteinde voorzien van een slagpinsysteem. Met de slagpin wordt een patroon tot ontploffing gebracht, die een holgeslagen pin uit de pijp drijft. De pin dringt door de schedel van het slachtdier heen in de hersenen. Voordat het schietmasker in gebruik kwam (volgens de respondent van L 321 wordt het schietmasker gebruikt sinds ± 1920), gebruikte men onder andere een apparaat met behulp waarvan een kogel door de schedel werd geschoten. Een dergelijk apparaat waarmee een kogel wordt afgeschoten is zonder meer gevaarlijk voor de omstanders. Het schietmasker is het veiligst en ook het meest bedrijfszeker. Het dankt de naam aan het feit dat het vroeger voorzien was van leren lappen die de ogen van het dier bedekten om te voorkomen dat het angstig werd. Een primitieve voorganger van het schiet-masker is een holle pijp met een uitstekend handvat dat de helper van de slachter vasthoudt. Laatstgenoemde slaat met een hamer een pin die zich in deze buis bevindt door de schedel van het slachtdier. Zie afb. 4.1 [N 28, 5d; monogr.]
II-1
|