id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
30482 | schoof | schoof: šø̜jf (Ell), šǫwf (Schimmert, ... ), šǭwf (Klimmen), schoofje: šęfkǝ (Diepenbeek), schop dekstrooi: šǫp dękstryj (Borgharen, ... ) | Schoof dekstro die geschud is. Het schudden wordt vooral gedaan om onkruid en gebroken halmen uit het stro te verwijderen. Zie ook het lemma 'Strowalm' in wld I.4, pag. 122 ev. [N F, 2] II-9 |