e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoorsteenstoel aanvang: āvaŋk (Bleijerheide), aanzet: ānzęt (Uikhoven), lijf: līf (Houthem, ... ), onderschouw: ǫŋǝršǫw (Jabeek), roetzak: rōt˲zak (Beek, ... ), schoorsteenstoel: sxōrstęjnstōl (Leuken, ... ), schouwstoel: šǫwstōl (Neeritter), spiegel: spīgǝl (Sint-Truiden), stoel: stōl (Maastricht), voet: vōt (Heerlen), voorspiegel: vø̄rspīgǝl (Tongeren) Het ongeveer één meter hoge, onderste gedeelte van een schoorsteen waarvoor de haard of kachel geplaatst wordt. Men onderscheidt al naar gelang de bouwwijze onder meer de Engelse stoel en de Franse stoel. Bij de Franse stoel is de voorzijde van de stoel met behulp van een éénsteensmuurtje dichtgemetseld. De nisbuis is in horizontale richting in de voorwand van de stoel, ook wel spiegel genoemd, aangebracht. In een Franse stoel is het noodzakelijk een roetzak te maken. Onder een roetzak verstaat men een ruimte aan de voet van de schoorsteen die met behulp van een luikje bereikbaar is om het neervallende roet uit de schoorsteen te kunnen verwijderen. De Engelse stoel is aan de voorzijde geheel open en wordt van boven bij het rookkanaal dichtgemaakt met een gewapend betonplaatje, waarin de nisbuis in verticale richting geplaatst wordt. De pijp van kachel of haard wordt van onderen in de nisbuis gestoken. Om het neervallende roet uit de schoorsteen op te vangen is aan deze pijp naar onderen een verlengstuk gemaakt dat met behulp van een deksel kan worden afgesloten. [N 32, 26a; monogr.] II-9