31930 |
slangboor |
irwinboor:
erwinbǭr (Q015p Stein),
ɛrwinbō̜r (L163p Ottersum),
pennenboor:
pęnǝbǭr (L382p Montfort),
schroefboor:
šruf˱bǭr (Q204a Mechelen, ...
L270p Tegelen),
šrūf˱bō̜r (Q111p Klimmen),
slangenboor:
slaŋǝbōr (Q018p Geulle),
slaŋǝbōǝr (L424p Meeswijk),
slaŋǝbǭr (L382p Montfort, ...
L271p Venlo),
sláŋǝbōr (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
šlaŋǝbōr (Q119p Eygelshoven, ...
Q113p Heerlen),
šlaŋǝbō̜r (Q027p Doenrade, ...
L330p Herten,
L434p Limbricht,
Q204a Mechelen,
L294p Neer,
Q033p Oirsbeek,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L385p Sint Odilienberg,
L270p Tegelen),
šlaŋǝbǫar (Q121c Bleijerheide),
šlaŋǝbǭ.r (L270p Tegelen),
slingerboor:
sleŋǝrbōr (K317p Leopoldsburg),
šl ̇ęjŋǝrbūr (Q193p Gronsveld),
šleŋǝrbǭr (L299p Reuver),
spiraalboor:
sperǭlbǫwǝr (K353p Tessenderlo),
spirālbǭr (L271p Venlo),
špirālbǭ.r (L270p Tegelen),
špirālbǭr (Q019b Groot Genhout),
vijsboor:
vē̜s˱bǫwǝr (K353p Tessenderlo)
|
Een boorijzer voor hout dat uitloopt op een scherpe centerpunt met daaromheen twee voorsnijders en eventueel twee gutsjes. De schacht is voorzien van een enkele of een dubbele spiraal die niet snijdt, maar dient om het boorsel uit het boorgat te verwijderen. Met dit boorijzer kan men zeer nauwkeurig boren. Zie ook afb. 74a. [N 53, 165; N G, 31b; monogr.]
II-12
|