25353 |
slijpsteen |
aluinsteen:
alø̜wnstęjǝn (K278p Lommel),
amarilsteen:
mǝrɛlstē.n (Q003p Genk),
draaisteen:
draaisteen (Q071p Diepenbeek),
drējstęjn (Q015p Stein),
drē̜stēn (Q083p Bilzen),
drē̜ǝstiǝn (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
dręjstēn (P046p Linkhout),
dręjštęjn (Q099q Rothem, ...
L432p Susteren),
drɛjǝstęjn (Q078p Wellen),
engelse steen:
ęŋǝlsǝ stēn (Q083p Bilzen
[(wordt in combinatie met water gebruikt)]
),
leisteen:
lęjstęjn (Q018p Geulle),
oliesteen:
olīštęjn (L291p Helden),
ǭ.listęjn (L271p Venlo),
slijpsteen:
slaj.pstęj.n (Q162p Tongeren),
slajpstē̜n (Q180p Mal),
slajpstęjn (Q162p Tongeren),
sli.pstęjn (L271p Venlo),
slijpsteen (Q071p Diepenbeek),
slipstiǝn (L215p Blitterswijck, ...
L245a Castenray,
L214a Geysteren,
L211p Leunen,
L217p Meerlo,
L265p Meijel,
L209p Merselo,
L312p Neerpelt,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L313p Sint Huibrechts Lille,
L212a Smakt,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L210p Venray,
L244a Veulen,
L214p Wanssum),
slipstęj.n (L424p Meeswijk),
slipstęjn (Q083p Bilzen, ...
Q018p Geulle,
L366p Gruitrode,
Q188p Kanne,
Q011a Kotem,
Q009p Maasmechelen,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q012p Rekem),
slējǝpstęjn (Q078p Wellen),
slēpstēn (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
slēpstē̜n (Q178p Val-Meer),
slēǝpstinj (Q001p Zonhoven),
slēǝpstēn (Q001p Zonhoven),
slē̜.pstęj.n (Q162p Tongeren),
slē̜.pstīn (Q002p Hasselt),
slē̜jpstin (P176p Sint-Truiden),
slē̜jǝpstēǝn (P177p Zepperen),
slē̜pstejn (Q167p Koninksem),
slē̜pstijǝn (P047p Loksbergen),
slē̜pstin (L413p Helchteren),
slē̜pstiǝn (P176p Sint-Truiden),
slē̜pstēn (Q089p Martenslinde),
slē̜pstē̜jn (Q160p Bommershoven),
slē̜pstē̜n (Q086p Eigenbilzen),
slē̜pstīǝn (P176p Sint-Truiden),
slē̜pstɛ̄jn (P186p Gelinden),
slē̜ǝpstij(ǝ)n (K317p Leopoldsburg),
slęjpstijn (P219p Jeuk),
slęjpstiǝn (K360p Heusden, ...
P171p Landen,
P183p Mielen-boven-Aalst,
P164p Neerhespen,
K315p Oostham,
P174p Velm),
slęjpstējn (P188p Hoepertingen),
slęjpstēn (Q083p Bilzen, ...
Q071p Diepenbeek),
slęjpstīn (P176b Bevingen, ...
L414p Houthalen,
P057p Kuringen,
L355p Peer,
L354p Wijchmaal),
slęjpstīǝn (P047p Loksbergen, ...
L355p Peer,
P211p Waasmont),
slępstijǝn (P055p Kermt, ...
K353p Tessenderlo,
K353p Tessenderlo),
slępstiǝn (K353p Tessenderlo),
slępstēn (Q080p Vliermaal),
slępstęǝn (Q078p Wellen),
slī.pstęj.n (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket,
L289h Boshoven,
L381p Echt,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
slī.pstęjn (L318b Tungelroy),
slīpstiǝn (L286p Hamont, ...
L217p Meerlo,
L216a Oostrum),
slīpstēn (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L165p Heijen,
L159a Middelaar,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
slīpstēǝn (L163p Ottersum, ...
L192a Siebengewald,
L213p Well),
slīpstęj.n (L382p Montfort),
slīpstęjn (L417p As, ...
L269p Blerick,
Q007p Eisden,
L422p Lanklaar,
Q095p Maastricht,
L321p Neeritter,
L321p Neeritter,
L368p Neeroeteren,
L418p Niel-bij-As,
Q010p Opgrimbie,
L371p Ophoven,
L420p Rotem,
Q015p Stein,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo),
slīpstęǝn (L316p Kaulille),
slīpstī.ǝn (L286p Hamont),
slīpstīn (L353p Eksel),
slīpstīɛn (L319p Molenbeersel),
slīpstɛ̄jn (Q005p Zutendaal),
slɛjpstēn (Q158p Riksingen),
slɛpstēn (Q158p Riksingen),
slɛpstīn (P051p Lummen),
slɛpstīǝn (P108p Grazen),
slɛ̄pstēn (Q080p Vliermaal),
slɛ̄pstęjǝn (K278p Lommel),
slɛ̄pstīǝn (K358p Beringen),
slɛ̄ǝpstīn (K358p Beringen),
šlifštē (Q121p Kerkrade),
šlipštē (Q202p Eys, ...
Q203p Gulpen,
Q113p Heerlen,
Q121p Kerkrade),
šlipštēn (Q198p Eijsden),
šlipštęjn (Q103p Berg / Terblijt, ...
L426p Buchten,
Q039p Hoensbroek,
Q020p Sittard,
L270p Tegelen),
šlī.pštē.n (Q253p Montzen),
šlī.pštęj.n (L330p Herten, ...
Q020p Sittard,
L331p Swalmen),
šlīfštē (Q121c Bleijerheide, ...
Q121c Bleijerheide,
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
šlīpštē (Q119p Eygelshoven, ...
Q113p Heerlen,
Q204a Mechelen,
Q116p Simpelveld,
Q117a Waubach),
šlīpštēn (Q278p Welkenraedt),
šlīpštęjn (Q102p Amby, ...
Q019p Beek,
L328p Heel,
L291p Helden,
L291p Helden,
L330p Herten,
Q039p Hoensbroek,
Q111p Klimmen,
L290p Panningen,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L299p Reuver,
L385p Sint Odilienberg,
L270p Tegelen),
steen:
stēn (Q083p Bilzen),
vuursteen:
vyǝrstinj (Q001p Zonhoven),
vȳrstij(ǝ)n (K317p Leopoldsburg),
watersteen:
wotǝrstēn (Q083p Bilzen),
wātǝrstęjn (L421p Dilsen),
wǭtǝrstij(ǝ)n (K317p Leopoldsburg),
wɛtǝrstin (P057p Kuringen),
wɛtǝrstēn (Q071p Diepenbeek),
wetsteen:
wętstęj.n (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket,
L289h Boshoven,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L289p Weert),
wɛtsti-jǝn (L312p Neerpelt),
wɛtstin (L413p Helchteren),
wɛtstiǝn (L312p Neerpelt),
wɛtstęj.n (L288p Nederweert, ...
L288a Ospel),
wɛtstęjn (L292p Heythuysen),
zandsteen:
zantjštęjn (L328p Heel, ...
L330p Herten,
L387p Posterholt,
L299p Reuver),
zantstęjn (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
zantstīn (L246p Horst),
zantstɛ̄jn (Q005p Zutendaal),
zantštęjn (Q099q Rothem),
zoetsteen:
zø̄tstęjn (L321p Neeritter)
|
De ronde steen die om een as in een draaiende beweging wordt gebracht met behulp van een zwengel. Hij dient voor het slijpen van onder meer beitelbladen. Zie ook afb. 71. Vroeger hing de steen voor de helft in een bak met water en werd hij handmatig voortbewogen. Als slijpsteen werden natuurlijke steensoorten gebruikt. Tegenwoordig wordt vooral gewerkt met elektrisch aangedreven slijpmachines waarin kunstmatig gevormde slijpstenen bevestigd kunnen worden. Zie ook het lemma ɛslijpsteenɛ in Wld II.11, pag. 76.' [N 53, 49a; monogr.] || Een steen waarmee men de messen en de krabber slijpt. Op de steen deponeert men van tevoren water, zand of olie. [N 28, 122; N 28, 123; monogr.] || Steen waarop gereedschappen als beitels, schroevendraaiers, etc. geslepen worden; meer in het bijzonder ook de ronde steen die om een spil of as draait en in een slijpstelling of aan een elektrische slijpmachine is bevestigd. Als slijpsteen worden korrelige, zeer harde steensoorten als amaril en carborundum gebruikt. Zij worden geleverd in grove, middel- en fijne korrel. Zie ook afb. 1. [N 33, 271; L 6, 68b; monogr.; div.]
II-1, II-11, II-12
|