26349 |
sluiswerk |
erk:
ɛrǝk (Q121p Kerkrade, ...
Q101p Valkenburg),
sluiswerk:
slyswɛrk (L415p Opoeteren),
slø̜jswɛrǝk (Q095p Maastricht),
slǫwswɛrǝk (Q240p Lauw),
sluizen:
slø̜jzǝ (Q162p Tongeren),
slǫwzǝ (Q241p Rutten, ...
Q181p Sluizen,
Q162p Tongeren),
slǭ.zǝ (Q180p Mal),
šlū.zǝ (Q095p Maastricht),
vannen:
vanǝ (Q188p Kanne),
voorslag:
vø.rslǭx (Q074p Kortessem, ...
Q079a Wintershoven),
vøjrslǭx (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
P195p Gutschoven,
P188p Hoepertingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
Q078p Wellen),
vørslax (P051p Lummen),
vøǝrslǭx (Q074p Kortessem),
vø̄.rslā.x (L372a Aldeneik),
vø̄rslax (P176p Sint-Truiden),
vø̄rslāx (P057p Kuringen),
vø̄rslǭx (Q077a Alt-Hoeselt, ...
Q071p Diepenbeek,
P177a Ordingen,
Q075p Vliermaalroot),
vēǝrslax (P053p Berbroek),
vēǝrslǭx (Q083p Bilzen),
vęrslǭx (Q083p Bilzen),
vīǝ.rslā.x (L360p Bree, ...
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L361p Tongerlo)
|
Het hele sluisgestel, bestaande uit verticale stijlen, balken en sluizen, dat het water vōōr het rad moet tegenhouden. Zie ook afb. 67. Volgens Vanderspickken (pag. 75) heeft het woordtype voorslag in P 50, P 51, P 53, P 56, P 58 en Q 77 een engere betekenis: ø̄datgene wat vōōr de sluizen ligt, meer bepaald de sluisbrug.ø̄ Vgl. ook het lemma ɛsluisbrugɛ.' [Vds 33; Jan 30; Coe 19; Grof 51; monogr.]
II-3
|