29118 |
snaar |
draad:
drǫw.t (Q117a Waubach),
koord:
koǝt (Q204a Mechelen),
kōt (P219p Jeuk, ...
P058p Stevoort),
kōwǝr (K353p Tessenderlo),
kǭrt (Q099p Meerssen, ...
Q098p Schimmert),
riem:
rim (P219p Jeuk),
rēm (Q121c Bleijerheide, ...
Q111p Klimmen,
Q097p Ulestraten,
L271p Venlo),
riempje:
remkǝ (P120p Alken),
snaar:
snor (Q005p Zutendaal),
snǭr (L269b Boekend, ...
L320a Ell,
L289b Leuken,
L292a Maxet,
L265p Meijel,
L382p Montfort,
L321p Neeritter,
L163p Ottersum,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
šnoǝr (Q121c Bleijerheide),
šnōr (Q039p Hoensbroek),
šnōǝr (L290p Panningen),
šnǭr (L429p Guttecoven, ...
L291p Helden,
L432p Susteren),
spoelesnaar:
spōlǝsnǭr (L266p Sevenum),
touw:
touw (Q197p Noorbeek)
|
Elk der beide rolronde, zeer smalle koorden of banden of riemen die dienen om de beweging van het drijfwiel over te brengen op vleugel en klos. Volgens de informant van L 291 loopt de snaar dubbel over het vliegwiel en een grote of kleine schijf aan de vleugel. Hierdoor loopt de vleugel langzamer rond de klos, zodat het garen opgewonden wordt. [N 34, B2; N 34, B3]
II-7
|