34409 |
springlap |
bokkenlap:
bokǝlap (L318b Tungelroy),
bokkenlapje:
bokǝlɛpkǝ (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket,
L289h Boshoven,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
weerlap:
weerlap (Q101p Valkenburg),
wei̯ǝrlap (P188p Hoepertingen),
weǝrlap (Q162p Tongeren),
wē̜rlap (Q193p Gronsveld)
|
Lap of stuk zakkenstof onder de buik van een mannelijk schaap gebonden. Hierdoor verhindert men dat de bok kan dekken. [N 19, P 188 add.; monogr.]
I-12
|