28658 |
stamphoning |
bakkershoning:
bɛkǝrshōneŋ (L333p Asenray / Maalbroek),
gestampte honing:
gǝstambdǝ hø̄ǝneŋ (Q002p Hasselt),
kneedhoning:
knēthoneŋ (L210p Venray),
kunsthoning:
kunsthoning (L289p Weert),
stamp:
štamp (L333p Asenray / Maalbroek),
stamphoning:
sta.mphu.neŋ (L289p Weert),
stampho.neŋ (L421p Dilsen),
stamphoneŋ (L210p Venray),
stamphoning (Q018p Geulle),
stamphuneŋ (L215a Wellerlooi),
stamphuǝneŋ (Q003p Genk),
stamphø̜neŋ (L372p Maaseik),
stamphōneŋ (Q071p Diepenbeek, ...
L371a Geistingen,
L414p Houthalen,
L271p Venlo),
štamphuǝneŋ (Q113p Heerlen),
štamphōneŋ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
Q019p Beek,
L330p Herten),
trekhoning:
trękhuneŋ (L215a Wellerlooi),
voerhoning:
vōrhōneŋ (L333p Asenray / Maalbroek),
zeefhoning:
zēfhuneŋ (L215a Wellerlooi)
|
Honing die verkregen wordt door de raten in een ton of kuip te stampen. Raten met wat honing en veel stuifmeel worden in een ton gestampt en bewaard. Het geheel dient als voer in het voorjaar. Het is zeer eiwitrijk voer dat een snelle voorjaarsontwikkeling bevordert. Reststukken van raten worden met een bepaald soort stamper, bijvoorbeeld een moesstamper (L 416), bewerkt. Zie ook het lemma Wintervoedsel. [N 63, 116d; N 63, 115d; N 63, 116e]
II-6
|